BS 3.5: Variatie in genotypen

BS 3.5: Variatie in genotypen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BS 3.5: Variatie in genotypen

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Oefening basisstof 3.4
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg basisstof 3.5
  4. Opdrachten maken
  5. Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat
  • Je kunt omschrijven wat een mutatie is
  • Je kunt omschrijven hoe kanker ontstaat

Slide 3 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
  • Een deel van het organisme groeit uit tot een nieuw individu
  • Stekken, knollen, weefselkweek
  • Groei vindt plaats door mitose
  • Genotype van ouder is gelijk aan de nakomelingen (soort Ctrl-C + Ctrl-V)

Slide 4 - Slide

Geslachtelijke voortplanting
  • Versmelten van twee geslachtscellen
  • Verschillende genotype
  • Afhankelijk van toeval
  • Genotype van ouders is verschillend van de nakomelingen

Slide 5 - Slide

Wat is een mutatie?
A
Een plotselinge verandering van het genotype
B
Een plotselinge verandering van het fenotype
C
Door straling krijg je een gek uiterlijk
D
Kankercellen

Slide 6 - Quiz

Mutatie
= Een plotselinge verandering van het genotype

Voorbeeld: 
Een individu van wie een gemuteerd gen tot uiting komt in het fenotype = mutant

 

Slide 7 - Slide

Bij welke soort cellen heeft een mutatie het grootste gevolg?
A
1 lichaamscel
B
1 geslachtscel

Slide 8 - Quiz

In lichaamscellen
  • Als een mutatie optreedt in één lichaamscel heeft dit meestal geen gevolgen
  • Het genotype van alle andere lichaamscellen blijft hetzelfde

Slide 9 - Slide

In geslachtscellen
  • Als een mutatie in een geslachtscel optreedt, kan dit wel grote uitwerking hebben
  • Deze geslachtscel moet dan wél betrokken zijn bij bevruchting
  • Elke lichaamscel van de nakomeling bevat dan het gemuteerde gen

Slide 10 - Slide

Mutagene invloeden zijn stoffen van buitenaf die invloed hebben op mutaties. Ken je voorbeelden?

Slide 11 - Mind map

Mutagene invloeden
= Stralingen en chemische stoffen (dus van buitenaf!) die invloed hebben op mutaties
  • Radioactieve straling
  • Röntgenstraling
  • Ultraviolette straling
Chemische stoffen:
  • Sigarettenrook
  • Asbest

Slide 12 - Slide

Ontstaan van kanker

  • Ergens in het lichaam gaat een cel ongeremd delen
  • Oorzaak: door mutatie veranderen cel eigenschappen
  • Er ontstaat een gezwel en de bouw van het weefsel wordt verstoord

Slide 13 - Slide

Opdrachten maken
  • BS 3.1: opdrachten 1, 2, 4, 5 en 6
  • BS 3.2: opdrachten 1, 2, 4, 5 en 6
  • BS 3.3: opdrachten 1, 2, 4 en 5
  • BS 3.4: opdrachten 1, 2, 4 en 5
  • BS 3.5: opdrachten 1, 2, 3, 5 t/m 8

Slide 14 - Slide

Wat hebben we geleerd?
  • Wat gebeurt er bij ongeslachtelijke voortplanting?
  • Wat gebeurt er bij geslachtelijke voortplanting?
  • Wat is een mutatie?
  • Wat is het gevolg van een mutatie in lichaamscellen en geslachtscellen?
  • Wat zijn mutagene factoren? Noem voorbeelden!
  • Hoe verloopt het ontstaan van kanker?

Slide 15 - Slide