BS 10.2 Voorbehoedsmiddelen 17-01-24

Voorbehoedsmiddelen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voorbehoedsmiddelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voorbehoedsmiddelen
Hoe voorkom je een zwangerschap?
Voorbehoedmiddel > zorgt ervoor dat een vrouw niet zwanger raakt
  • Condoom (enige die soa's ook voorkomt)
    - voorkomt dat zaadcellen bij de eicel komen
  • De pil
    - hormonen zorgen ervoor dat er geen eicellen rijpen
    - hierdoor geen eisprong en kan er geen bevruchting plaatsvinden
    - 3 weken slikken, daarna stopweek (menstruatie)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voorbehoedsmiddelen
Hoe voorkom je een zwangerschap?
Voorbehoedmiddel > zorgt ervoor dat een vrouw niet zwanger raakt
  • Spiraaltje
    - wordt in de baarmoeder geplaatst
    - voorkomt dat bevruchte eicel kan uitgroeien tot een baby
  • Pessarium
    - sluit de baarmoedermond af, zaadcellen kunnen                               de eicel niet bereiken


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voorbehoedsmiddelen
Sterilisatie




  • Man
    - zaadleiders worden doorgesneden en afgebonden
    - zaadcellen kunnen de penis niet meer verlaten
    - wel een zaadlozing, maar zonder zaadcellen


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbehoedsmiddelen
Sterilisatie


  • Vrouw
    - eileiders worden doorgesneden en afgebonden
    - rijpe eicellen kunnen niet meer naar de baarmoeder
    - zaadcellen kunnen de rijpe eicellen niet meer bereiken
    - menstruatie vindt gewoon plaats


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbehoedsmiddelen
Wat kun je doen bij een noodgeval?


  • Morning-afterpil
    - bij de drogist (DA, Etos, Kruidvat) te koop
    - innemen binnen 72 uur na onbeschermde geslachtsgemeenschap
    - 1e 24 uur meest betrouwbaar, daarna minder betrouwbaar
  • Abortus
    - vindt plaats in een abortuskliniek
    - eerst een gesprek met arts, daarna 5 dagen bedenktijd
    - de vrouw mag niet langer dat 24 weken zwanger zijn

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

je ziet een condoom en een spiraaltje.

Voorkomt het gebruik van een condoom zwangerschap? En voorkomt het gebruik van een spiraaltje zwangerschap?
A
alleen een condoom
B
alleen een spiraaltje
C
zowel een condoom als een spiraaltje

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Twee condooms over elkaar beschermt nog beter dan wanneer je één condoom gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Dat kan geen kwaad. Je kunt je stopweek overslaan
Welke van de volgende beweringen over het condoom is juist?
1. Een condoom beschermt tegen zwangerschap
2. een condoom beschermt tegen SOA.


A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Beide beweringen
D
Geen van beide beweringen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak kan je een condoom gebruiken?

A
1 keer
B
Meerdere keren

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voordeel van het gebruik van een condoom?
A
Het voelt fijner
B
Beschermt ook tegen soa's
C
Het is betrouwbaarder dan andere methodes
D
Je kan hem niet vergeten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De pil beschermt je

A
alleen tegen zwangerschap
B
alleen tegen een soa
C
tegen zwangerschap en soa's

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Dit voorbehoedsmiddel is bekend als
A
het spiraaltje
B
sterilisatie
C
het pessarium
D
de nuvaring

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Dit voorbehoedsmiddel is ... en beschermt .. tegen SOA's
A
het condoom, niet
B
het condoom, wel
C
het pessarium, niet
D
het pessarium, wel

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De pil werkt door...
A
Suiker
B
Je speeksel
C
Zetmeel
D
Hormonen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk anticonceptiemiddel voorkomt niet alleen zwangerschap, maar ook SOA's?
A
De pil
B
Het condoom
C
Het spiraal
D
De prikpil

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoe werkt de Pil?
A
zorgt dat het baarmoederslijmvlies groeit
B
zorgt dat er geen ovulatie plaats vindt

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk voorbehoedsmiddel is hier
afgebeeld?
A
de pil
B
spiraal
C
condoom
D
pessarium

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een pessarium biedt bescherming tegen geslachtsziekten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welk voorbehoedsmiddel voorkomt op welke manier een zwangerschap?

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Welke van de besproken voorbehoedsmiddelen bescherm ook tegen Soa's?
Ja
Nee
De Pil
Pessarium
Condoom
NuvaRing
Sterilisatie
Spiraaltje
Prikpil

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de beschrijving naar het juiste voorbehoedsmiddel.
Wordt arts in baarmoeder geplaatst.
De vrouwelijke versie van het condoom.
Brengt de vrouw zelf in en werkt drie weken.
Past rond de baarmoedermond.
Meest permanente voorbehoedsmiddel

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Maakwerk (deel B)
vanaf blz. 75
opdr. 2, 4 t/m 10

Slide 24 - Slide

This item has no instructions