Het veroveren (en besturen) van gebieden om aan je eigen land toe te voegen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
KOLONIALISME
Handelmet de kustgebieden.
MODERN IMPERIALISME
Kolonialisme verandert van karakter
Het veroveren (en besturen) van gebieden om aan je eigen land toe te voegen.
Slide 1 - Slide
Conferentie van Berlijn
Slide 2 - Slide
Wedloop om Afrika
Slide 3 - Slide
White man's burden
Take up the White Man's burden—
Send forth the best ye breed—
Go bind your sons to exile
To serve your captives' need;
To wait in heavy harness,
On fluttered folk and wild—
Your new-caught, sullen peoples,
Half-devil and half-child.
Slide 4 - Slide
Motieven
Strategisch
Veilig stellen handelsroutes
Nationalisme
Superioriteitsdenken
Slide 5 - Slide
Motieven
Economisch
Afzetmarkt
Grondstoffen
Arbeidskrachten
Humanitair
Verbeteringen op medisch en bestuurlijk vlak
Bestrijding Arabische slavenhandel
Missionarissen en zendelingen
Gevolgen:
Eerste genocide en andere wreedheden en wegconcurreren huisnijverheid --> economische afhankelijkheid
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Slide
Opdracht
De Industriële Revolutie leidde tot een veranderde houding van Europese landen ten aanzien van hun kolonie. Het belang van het delven van grondstoffen zoals olie en rubber nam in belang toe. Dit had gevolgen voor onder andere de bevolking in Afrika. In deze opdracht ga je van negen bronnen beoordelen of zij oorzaken of gevolgen zijn van het modern imperialisme en of zij directe of indirecte oorzaken dan wel gevolgen zijn. Dat doe je door per bron te bepalen of het een oorzaak of gevolg is van het modern imperialisme (verticale as) en per bron of het een directe of indirecte oorzaak/gevolg is op de horizontale as.
Voordat je begint met het beoordelen van de bronnen beantwoord je eerst vraag één. Deze wordt klassikaal besproken. Daarna bestudeer je de bronnen en plaats je de cijfers van de bronnen in het kwadrant. Als je de cijfers hebt geplaatst, beantwoord je de vragen 2 t/m 6. Je kunt vraag 2 natuurlijk ook beantwoorden als je met het kwadrant bezig bent.