oefentoets 2 keuzedeel strafrecht

• Recht
• MBO
• Studiejaar 2

In het Wetboek van Strafvordering staat:

1. Materieel recht
2. Formeel recht

Een rechtsbron van strafrecht zijn bijzondere wetten? Waar is hier sprake van zo'n bijzondere wet?

1. Wetboek van Strafrecht
2. Opiumwet
3. Burgerlijk Wetboek

In welk wetboek staan de straffen die je kunt krijgen?

1. Wetboek van Strafrecht
2. Wetboek van Strafvordering

Een straf kan alleen worden opgelegd op basis van de wet. Deze regel heeft te maken met het...

1. nemo tenetur beginsel
2. zorgvuldigheidsbeginsel
3. Legaliteitsbeginsel

De verdachten die een Nederlandse jongen op Mallorca (Spanje) hebben doodgetrapt zijn in NL strafrechtelijk vervolgd. Dat het strafproces in NL plaatsvindt is gebaseerd op...

1. Art. 1 Sr
2. Art. 2 Sr
3. Art. 5 Sr
4. Art. 7 Sr

In de strafbepaling staat o.a. de delictsomschrijving. Dit is...

1. de straf die iemand kan krijgen
2. de juridische naam van het feit
3. de omschrijving van het strafbare gedrag

Wat zijn de bestanddelen van de delictsomschrijving in art. 287 Sr?

De juridische naam voor het strafbare gedrag wordt .........................genoemd.

1. De delictsomschrijving
2. De kwalificatie
3. De sanctienorm

Van welk strafdoel is hier sprake?
Iemand wordt gestraft om hem pijn/leed toe te brengen, omdat hij dat zelf ook bij anderen heeft gedaan.

1. Vergelding
2. Preventie
3. Bescherming

Wanneer is voldaan aan alle voorwaarden van de delictsomschrijving, dan moet er tevens sprake zijn van wederrechtelijkheid en ............. om de dader te kunnen straffen.

1. schuld
2. opzet
3. aansprakelijkheid
4. strijd met het recht

Opzet heeft 2 varianten. Van welke variant is er sprake wanneer iemand zeer roekeloos heeft gehandeld, maar niet het doel had om een strafbaar feit te plegen.

1. Opzet als oogmerk
2. Voorwaardelijke opzet

Bij strafbare feiten is er altijd sprake van een vorm van schuld bij de dader. Wat wordt er met schuld bedoeld?

1. verwijtbaarheid
2. strafbaarheid
3. wederrechtelijkheid

Wat is het belangrijkste verschil tussen diefstal (art. 310 t/m 312 Sr) en afpersing?

1. Bij diefstal wordt nooit geweld toegepast en bij afpersing altijd.
2. Bij diefstal wordt soms geweld toegepast. Bij afpersing wordt nooit geweld toegepast.
3. Bij diefstal wordt het goed van een ander 'weggenomen' en bij afpersing wordt iemand gedwongen om het 'af te geven'.
4. Bij afpersing wordt het goed van een ander 'weggenomen' en bij diefstal wordt iemand gedwongen om het 'af te geven'.

Martin is advocaat en heeft voor zijn werk een lease auto in gebruik gekregen. Martin neemt ontslag en wil de auto niet meer teruggeven, maar deze voor zichzelf houden. Martin maakt zich schuldig aan...

1. Diefstal
2. Afpersing
3. Chantage
4. Verduistering

Vorig jaar maart heeft Dennis een inbraak gepleegd.
Naar aanleiding van een wetswijziging wordt de straf in de zomer van 2022 verlaagd.
Dennis komt pas in oktober 2022 voor de rechter.

Wat is op grond van art. 1 Sr het gevolg van deze wetswijziging in deze zaak?

1. De rechter kan kiezen uit de oude en de nieuwe straf.
2. De rechter moet voor Dennis de meest gunstige bepaling toepassen, in dit geval de nieuwe wet.
3. De rechter moet altijd de straf toepassen die geldig is op het moment van de behandeling van de zaak.
4. De rechter moet altijd de straf toepassen die geldig is op het moment van het plegen van het delict.

Wat is waar over misdrijven en overtredingen?

1. Alleen misdrijven staan in het Wetboek van Strafrecht
2. Alleen medeplichtigheid aan een misdrijf is strafbaar
3. Voor een overtreding kun je een gevangenisstraf krijgen

Is art. 150 Sr een misdrijf of een overtreding? licht toe

Welk van de volgende antwoorden is géén straf, maar een maatregel?

1. Gevangenisstraf
2. Hechtenis
3. Boete
4. TBS

Chantal heeft haar collega Abdi betrapt tijdens het vreemdgaan met de secretaresse. Zij dreigt dit geheim bekend te maken bij zijn vrouw, wanneer Abdi haar géén 10.000,- betaalt. Van welk vermogensdelict is hier sprake? Noem hierbij het juiste artikel en licht toe.

Wat is GEEN geweldsdelict?

1. Mishandeling
2. Openlijke geweldpleging
3. Vernieling
4. afdreiging

Daphne wordt al jaren door haar man zwaar mishandeld. Op een dag is ze thuis aan het koken als haar man woest thuis komt en haar begint uit te schelden. Er knapt iets in Daphne. Ze ziet haar kans schoon en steekt haar man neer met het keukenmes, dat ze in haar hand heeft. Is hier sprake van moord, doodslag of dood door schuld? Licht je antwoord toe

Fransje wordt verdacht van eenvoudige mishandeling.
Welke maximale straf kan hij krijgen?

1. 2 jaar
2. 3 jaar
3. 5 jaar
4. 7 jaar

In welke artikelen staan mishandeling met zwaar letsel tot gevolg en zware mishandeling ? Wat is het verschil (qua opzet) tussen deze twee misdrijven?

Wanneer iemand zich schuldig maakt aan een poging tot een strafbaar feit, dan kan de dader.....

1. 1/2 van de maximum straf krijgen
2. de volledige straf krijgen
3. 2/3 van de maximum straf krijgen
4. 1/3 van de maximum straf krijgen

Sjonnie en Anita zijn van plan samen een overval op een bank te plegen. Ze maken samen plannen en bereiden de overal samen voor. Vlak voor de overval spreken ze af dat Anita op de uitkijk blijft staan, terwijl Sjonnie bij de bank naar binnen gaat. Van welke deelnemingsvorm is hier sprake?

1. Medeplegen
2. Medeplichtigheid
3. Doen plegen
4. Uitlokken

Het voornaamste verschil tussen noodweer en noodweerexces is......

1. dat bij noodweer nooit een wapen wordt gebruikt en bij noodweerexces wel.
2. dat bij noodweer er een bevoegd bevel wordt gegeven door een ambtenaar en bij noodweerexces er een onbevoegd bevel wordt gegeven.
3. dat bij noodweer de verdediging in verhouding is tot het gevaar dat er is. Bij noodweerexces is de dader té ver gegaan in zijn verdediging, als gevolg van een hevige gemoedstoestand.
4. dat bij noodweer de dader zich wel mocht verdedigen en bij noodweerexces niet.

Marco heeft op 5 juli 2023 twee willekeurige mensen van het leven beroofd. Hij had op dat moment een psychose en wist totaal niet wat hij deed. Marco kan zich beroepen op de volgende strafuitsluitingsgrond:

1. Overmacht in de zin van noodtoestand
2. ontoerekenbaarheid
3. Afwezigheid van alle schuld
4. psychische overmacht