What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
25-10 2B- oefentoets woordenschat/grammatica K1 + K2 + K3
Herhaling Kapitel 1+2+3
Oefentoets
1 / 52
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
52 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling Kapitel 1+2+3
Oefentoets
Slide 1 - Slide
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 2 - Drag question
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 3 - Drag question
der
die
das
meervoud
onzijdig
vrouwelijk
mannelijk
Slide 4 - Drag question
der
die
das
vrouwelijke personen/dieren
mannelijke personen/dieren
meervoudsvormen
woordjes die in NL "het" als lidwoord hebben
woord die eindigt op: -e / -heit/ -keit/ -schaft/ -ung
Slide 5 - Drag question
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
der
die
das
die
mannelijke dieren +
personen
vrouwelijke dieren + personen
Woorden die eindigen op:
-e zaak/ding
-heit, -keit,
-schaft, -ung
HET-woorden
het huis, het paard, het kind
alle meervouds-woorden
Slide 6 - Slide
Zet het zelfstandig naamwoord bij het juiste bepaald lidwoord
die
der
das
Essen
Pferd
Tier
Jungen
Vater
Mutter
Mann
Frau
Kind
Junge
Schule
Mädchen
Haus
Lehrer
Lehrerin
Slide 7 - Drag question
... Zeitung
A
der
B
die
C
das
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Hoe vertaal je het Nederlandse woord "wie" naar het Duits?
A
wo
B
wie
C
was
D
wer
Slide 10 - Quiz
Typ-tip
ß
= alt (rechts van de spatiebalk) + s
Slide 11 - Slide
die Zahlen / de getallen (K1 und K2)
vertaal de getallen in het Duits.
Slide 12 - Slide
Meine Schwester wird morgen ________ Jahre alt. (vijftien)
Slide 13 - Open question
zesendertig
Slide 14 - Open question
negenenzeventig
Slide 15 - Open question
Wörter Kapitel 2
Lernliste: Niederländisch - Deutsch
Slide 16 - Slide
Darf ich mich ________ (voorstellen)
Slide 17 - Open question
Hast du ________ (broers en zussen)
Slide 18 - Open question
Ich finde Sara ______ (knap)
Slide 19 - Open question
________ kommen mit uns mit. (de jongens)
Slide 20 - Open question
Wie heißt dein ________ (stiefvader)
Slide 21 - Open question
Mila und Ella sind _______ (vriendinnen)
Slide 22 - Open question
Meine _______ spielt auch Tennis (nicht)
Slide 23 - Open question
Haben Sie ________ Frau Weber? (kinderen)
Slide 24 - Open question
Wörter Kapitel 2
Lernliste Deutsch - Niederländisch
Slide 25 - Slide
Kann dein Vater
ohne
Auto leben?
Slide 26 - Open question
Was siehst du
dort
?
Slide 27 - Open question
Wir
gratulieren
dir zum Geburtstag.
Slide 28 - Open question
Die Zahl
der Kinder an unserer Schule ist gestiegen.
Slide 29 - Open question
Ist das wahr? - Ja das kann...
A
Handy
B
mögen
C
stimmen
D
Viertel
Slide 30 - Quiz
Hast du diese App auf deinem...
A
Handy
B
mögen
C
stimmen
D
Viertel
Slide 31 - Quiz
Was esst ihr am liebsten? - Wir ... Pommes
A
wichtig
B
schlau
C
quatschen
D
mögen
Slide 32 - Quiz
Ein ... der Klasse wohnt in Leek, der Rest wohnt weiter weg.
A
Zahl
B
Viertel
C
Geschenk
D
gern
Slide 33 - Quiz
Grammatik Kapitel 1
Vul het juiste Duitse persoonlijke voornaamwoord + de bijbehorende vorm van '
sein
' in.
Slide 34 - Slide
(wij zijn) _________ oft zusammen.
Slide 35 - Open question
(Zijn jullie) _________ in Bern?
Slide 36 - Open question
(Jij bent) _________ mein bester Freund.
Slide 37 - Open question
(Het is) ________ kalt hier.
Slide 38 - Open question
Grammatik Kapitel 2
Vul het juiste Duitse persoonlijke voornaamwoord + de bijbehorende vorm van '
haben
' in.
Slide 39 - Slide
(Heb jij) _______ Haustiere?
Slide 40 - Open question
(Ik heb) ________ zwei Brüder.
Slide 41 - Open question
(Lisa heeft) _____ viele Cousins.
Slide 42 - Open question
(Hij heeft) ______ die Geschenke.
Slide 43 - Open question
(Hebben jullie) _________ ein großes Haus?
Slide 44 - Open question
der Lehrer Erdkunde am Montag
der Stundenplan Biologie am Dienstag
der Test Deutsch am Mittwoch
die Klasse Englisch am Donnerstag
die Lehrerin Geschichte am Freitag
die Stunde Sport am Samstag
die Pause Physik am Sonntag
die Klassenarbeit Kunst
schreiben machen
die Schule Mathe
gehen
die Hausaufgaben Niederländisch
finden
frei haben
das Buch Französisch
Slide 45 - Slide
morgens
wie
um 2 Uhr
nachmittags
wo
halb 2
abends
woher
Viertel vor 2
nachts
was
Viertel nach 2
gestern
wer
am Wochenende
wann
heute
interessant schwierig
vorige Woche
blöd langweilig
nächste Woche
toll
leicht
Slide 46 - Slide
hoe zeg je ''het rooster'' in het Duits?
Slide 47 - Open question
hoe zeg je ''op woensdag''in het Duits?
Slide 48 - Open question
hoe zeg je''makkelijk'' in het Duits?
Slide 49 - Open question
hoe zeg je''saai'' in het Duits?
Slide 50 - Open question
hoe zeg je''het huiswerk'' in het Duits?
Slide 51 - Open question
Slide 52 - Slide
More lessons like this
25-10 2B- oefentoets woordenschat/grammatica K1 + K2 + K3
January 2024
- Lesson with
52 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Wiederholung Semester 1 - TRM1
February 2021
- Lesson with
34 slides
Duits
Hoger onderwijs
Wortschatz Kapitel 3 - 1F
February 2021
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Wortschatz Kapitel 3 - 1A/B
April 2021
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Lesson with
13 slides
by
Anne Frank House
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
3 havo Kapitel 2 4 les DU 4
October 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Secondary Education
Woche 6 HV9
September 2024
- Lesson with
22 slides
Duits
Secondary Education
Prima Plus (Deutsch) A2.1 Kapitel 4+5 Wiederholung
December 2023
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3