Ma 29 nov Taalverzorging

TOETS 3

Taalverzorging
Taalverzorging
Hoofdletters
& leestekens
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

TOETS 3

Taalverzorging
Taalverzorging
Hoofdletters
& leestekens

Slide 1 - Slide

TAALVERZORGING: de tekst is foutloos geschreven.
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

TAALVERZORGING: elke zin begint met een hoofdletter.
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

TAALVERZORGING: De woorden in mijn bouwplan zijn foutloos gespeld.
A
ja, geen enkele fout
B
bijna, een paar kleine foutjes
C
nee, meerdere fouten
D
nee, heel veel fouten

Slide 4 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
.
De persoonsvorm
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 5 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 6 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
.
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 7 - Drag question

Waar denk je aan? 
Persoonsvorm
Onderwerp
Wie of wat + persoonsvorm
Dit vind je met de vraagproef of tijdproef

Slide 8 - Drag question

Wat is de persoonsvorm in de zin?
persoonsvorm
Rosa
eet
een boterham
in de pauze

Slide 9 - Drag question

Sleep het werkwoord naar de bijbehorende werkwoordsvorm.
persoonsvorm tt hij-vorm
persoonsvorm tt wij-vorm
persoonsvorm vt enkelvoud
persoonsvorm vt meervoud
voltooid deelwoord
vertelt
pestten
veranderd
zou
pesten

Slide 10 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Naty
heeft
zijn brood
gesmeerd

Slide 11 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze

Slide 12 - Drag question

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Ik
loop
naar
school.
persoonsvorm

Slide 13 - Drag question

persoonsvorm tt enkelvoud
persoonsvorm tt meervoud
persoonsvorm vt enkelvoud
persoonsvorm vt meervoud
voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
besteed of besteedt
bestede
besteed
besteden
besteedden
besteedde

Slide 14 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn broer
heeft
een auto
gekocht.

Slide 15 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 16 - Drag question

juist
onjuist
Een zin heeft altijd één persoonsvorm.
Onderwerp en persoonsvorm staan altijd naast elkaar.
De persoonsvorm verandert mee met tijd en getal.
Een zin met meerdere persoonsvormen noemen we een samengestelde zin.

Slide 17 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Electra
had
haar toets
goed
gemaakt.

Slide 18 - Drag question

Huiswerk voor di 29 nov
Maken opdr. 52

Leren blz. 99 Taalverzorging
Leren blz, 101 ; Tekstdoel Tekstsoort en voorbeeld

Slide 19 - Slide