H5 + H6 Herhaling Spelling

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: Herhaling spelling H5 + H6.
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: Herhaling spelling H5 + H6.
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands en open deze op blz. 268

Huiswerk controle: 
6.9 + 6.10 opdracht 5 t/m 8.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- heb je de theorie van spelling van hoofdstuk 5 en 6 herhaalt. 

Leergebiedoverstijgende doelen:
Ervaringen delen
- Je laat een ander uit praten wanneer hij/zij aan het woord is.
- Je stelt vragen aan een ander om belangstelling te tonen. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept (een 8 of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de herhaling

Slide 4 - Slide

Wat voor een soort werkwoord is het woord in hoofdletters?

Je KUNT er springen, spelen en voetballen.
A
persoonsvorm
B
hele werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 5 - Quiz

Wat voor een soort werkwoord is het woord in hoofdletters?

Het is geen groot evenement GEWORDEN.
A
persoonsvorm
B
hele werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 6 - Quiz

Spel het werkwoord op de goede manier.

Ben je helemaal naar Australië ... (reizen) om je tante te bezoeken?

Slide 7 - Open question

Spel het werkwoord op de goede manier.

Waarom ... (dragen) jouw zus altijd een rok?

Slide 8 - Open question

Wat is het verkleinwoord van taxi?
A
taxi'tje
B
taxietje
C
taxitje

Slide 9 - Quiz

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
Kano'tje
B
Kanotje
C
Kanoo'tje
D
Kanootje

Slide 10 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
beweging?
A
bewegingkje
B
bewegingje
C
bewegingetje
D
beweginkje

Slide 11 - Quiz

c, cc, k of ck

a...u
A
c
B
cc
C
k
D
ck

Slide 12 - Quiz

c, cc, k of ck

ki...boksen

A
c
B
cc
C
k
D
ck

Slide 13 - Quiz

c, cc, k of ck

...o...osnoot

A
c
B
cc
C
k
D
ck

Slide 14 - Quiz

l of ll

co...a

A
l
B
ll

Slide 15 - Quiz

l of ll

fa...iet
A
l
B
ll

Slide 16 - Quiz

l of ll

a...ergisch
A
l
B
ll

Slide 17 - Quiz

Wat is de afkorting:
in plaats van

Slide 18 - Open question

Wat betekent de afkorting:
horeca

Slide 19 - Open question

Wie maakt wat? 
Je gaat aan de slag met de werkbladen. 

Slide 20 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Vind je het nog lastig?
Dan geef aan waar je nog extra uitleg over wilt.

Slide 21 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig de werkbladen.



Ben je klaar?
Dan kijk je het werk na en verbeter je. 
Daarna ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 22 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

Evaluatie lesdoelen:
- kun je fout gespelde werkwoorden verbeteren?
- kun je woorden met een k-klank spellen?

 

Slide 23 - Slide

Huiswerk
Huiswerk                                              
Dinsdag 7 juni
Werkbladen spelling

Slide 24 - Slide