Stepping Stones Chapter 3 - vocab + plurals

Chapter 3
vocabulary and grammar
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Chapter 3
vocabulary and grammar

Slide 1 - Slide

Wat betekent 'to order'?

Slide 2 - Open question

'change' betekent...
A
kans
B
gewicht
C
wisselgeld
D
ervaring

Slide 3 - Quiz

Wat is een Engels woord voor 'druif'?

Slide 4 - Open question

flower
strawberry
market

Slide 5 - Drag question

Hoe noem je een 'sprinkhaan' in het Engels?

Slide 6 - Open question

Hoe noem je een 'boodschappenmandje' in het Engels?

Slide 7 - Open question

Welk woord hoort er niet bij?
A
bottle
B
salty
C
bag
D
carton

Slide 8 - Quiz

Welke woord is fout gespeld?
A
bitter
B
juicy
C
savoury
D
dellicious

Slide 9 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
jam
B
soup
C
pound
D
chips

Slide 10 - Quiz

Wat is het Engelse woord voor 'chips'?

Slide 11 - Open question

Hoe spellen we 'beschamend' in het Engels?
A
embarrasing
B
embarassing
C
embarracing
D
embarrassing

Slide 12 - Quiz

Wat is het meervoud van 'aardappel' in het Engels?
A
potatos
B
earth appels
C
potatoes
D
spuds

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van 'book'?
A
books
B
bookes
C
booked

Slide 14 - Quiz

Wat is het meervoud van 'leaf' (=blad van een boom) ?

Slide 15 - Open question

Wat is het meervoud van 'quiz'?

Slide 16 - Open question

Wat is het meervoud van 'baby'?

Slide 17 - Open question

What's the plural of 'child'?

Slide 18 - Open question

What's the plural of 'man'?

Slide 19 - Open question

What's the plural of 'fish'?
A
fish
B
fishs
C
fishes
D
fishies

Slide 20 - Quiz

Hoe maak je een zin waarin je laat zien dat je iets van plan bent?

Slide 21 - Open question

vertaal: Ik ga je vanmiddag bellen.
A
I'm going call you this afternoon.
B
I'm going this afternoon to call you.
C
I am going to call you this afternoon.
D
I am this afternoon going to call you.

Slide 22 - Quiz

Fill in: Sharon ... (gaat zingen) a song.

Slide 23 - Open question

Translate: Wij gaan familie in Engeland bezoeken.

Slide 24 - Open question

How far are you in nailing this chapter?
I understand all grammar
I understand the grammar, but I am going to practise more.
I am still a bit uncertain, so I need more practise.
I need some help from the teacher

Slide 25 - Poll