12. k - g voor alfabetiseringsklas

k    -    g
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

k    -    g

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

woorden met:
k

Slide 3 - Slide

kat

Slide 4 - Slide

keel

Slide 5 - Slide

kok

Slide 6 - Slide

kers

Slide 7 - Slide

kaal

Slide 8 - Slide

kar
kus
kan
kers
kam
kaal
kat
keel
kok
- Luister en zeg na
- Lees in je hoofd
- Lees hardop

Slide 9 - Slide

Wat is dit?
A
kaal
B
keel
C
kers
D
kok

Slide 10 - Quiz

Wat is dit?
A
kat
B
keel
C
kok
D
kaal

Slide 11 - Quiz

Wat is dit?
A
kat
B
kok
C
keel
D
kaal

Slide 12 - Quiz

Wat is dit?
A
keel
B
kok
C
kers
D
kaal

Slide 13 - Quiz

Wat is dit?
A
kers
B
keel
C
kat
D
kok

Slide 14 - Quiz

timer
2:00
schrijf woorden met
k
(laatste)

Slide 15 - Mind map

- Ga naar de volgende dia.
- Kopieer de volgende woorden 
   en plak die in het vakje rechts.
- Klik op "geplakt". 
- Laat een aantal leerlingen             lezen en regel de snelheid           met de pijlen.

kaak kaal kaas 
kaf
kam kan
kar
kas 
kat kook koop kok kom
keet
ken
kiem
kier
kies
kil
kin
kip
kuur
kun
kus
koe
koek


koel
koen
koer
keus
kuif
kuip
kuit


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

woorden met:
g

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

gum

Slide 21 - Slide

gaas

Slide 22 - Slide

goot

Slide 23 - Slide

geit

Slide 24 - Slide

goed

Slide 25 - Slide

- Luister en zeg na
- Lees in je hoofd
- Lees hardop
gif
gum
guur
goed
gaas
goot
geit
geen
gaan

Slide 26 - Slide

Wat is dit?
A
gaas
B
goot
C
geit
D
goed

Slide 27 - Quiz

Wat is dit?
A
geit
B
goed
C
gaas
D
goot

Slide 28 - Quiz

Wat is dit?
A
gum
B
gaas
C
goed
D
goot

Slide 29 - Quiz

Wat is dit?
A
geit
B
gaas
C
gum
D
goot

Slide 30 - Quiz

Wat is dit?
A
goot
B
goed
C
gaas
D
geit

Slide 31 - Quiz

timer
2:00
schrijf woorden met
g
(laatste)

Slide 32 - Mind map

Slide 33 - Video

- Ga naar de volgende dia.
- Kopieer de volgende woorden 
   en plak die bij "Instellen".
- Flits de woorden.

gaan gaap gaar gaas gaat
gas
gat goot
gok geef geen gek
giet
gif
gil
guur
gul gum goed geus
gein
geit

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Maak een woord met...
k
g

Slide 36 - Slide

- Ik zeg een woord.
- Hoor je k of g?
- Omcirkel het goede antwoord.

Voorbeeld 1: zak
Voorbeeld 2: zaag

(Daarna het digibord uitzetten/bevriezen!)

(Blad op J-schijf in bestand
auditieve discriminatie.)



Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link