Toen Portugal en Spanje een land werden, was Nederland vanwege de oorlog met Spanje niet langer welkom in Portugese of Spaanse havens. Hierdoor besloten de Nederlanders om zelf op zoek te gaan naar specerijen.
Vanaf 1595 werden alle compagnieën met handel in Oost-Indië samengevoegd, zo ontstond in 1602 de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, de VOC. Met een vloot van meer dan honderd schepen, duizenden werknemers, zo'n dertig kantoren werd het al snel een gigantisch, succesvol bedrijf.
Uit angst dat anderen ook geld zouden verdienen aan de specerijenhandel besloten de Nederlanders dit te monopoliseren: alleen zij mochten specerijen verhandelen vanuit Oost-Indië.