This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Geld, wat is het waard?
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat geld is, de geschiedenis van geld, wat je kan doen met geld en hoe geld in het buitenland werkt.
Slide 2 - Slide
Introduceer het leerdoel van de les en leg uit wat de leerlingen aan het einde van de les zullen weten.
Wat weet jij al over geld?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is geld?
Geld is een ruilmiddel dat door mensen wordt gebruikt om goederen en diensten te kopen.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat geld is en waar het voor wordt gebruikt.
De geschiedenis van geld
Geld bestaat al duizenden jaren. Vroeger werden goederen geruild, maar later werden er munten en bankbiljetten geïntroduceerd.
Slide 5 - Slide
Vertel over de geschiedenis van geld en leg uit hoe het is geëvolueerd.
Wat kan je doen met geld?
Met geld kan je goederen en diensten kopen, sparen voor de toekomst en investeren in bedrijven.
Slide 6 - Slide
Beschrijf wat je kan doen met geld en leg uit waarom het belangrijk is om slim met geld om te gaan.
Munteenheden
Elk land heeft zijn eigen munteenheid. In Nederland is dat de euro, in de Verenigde Staten is dat de dollar.
Slide 7 - Slide
Leg uit dat elk land zijn eigen munteenheid heeft en noem enkele voorbeelden.
Wisselkoersen
Wisselkoersen geven aan hoeveel de ene munteenheid waard is in vergelijking met een andere munteenheid.
Slide 8 - Slide
Leg uit wat wisselkoersen zijn en waarom ze belangrijk zijn voor internationale handel.
Geld verdienen
Er zijn verschillende manieren om geld te verdienen, zoals werken voor een salaris, investeren en ondernemen.
Slide 9 - Slide
Beschrijf hoe mensen geld kunnen verdienen en leg uit dat het belangrijk is om te weten hoe je geld kan verdienen.
Geld uitgeven
Als je geld uitgeeft, moet je keuzes maken. Je kan het uitgeven aan dingen die je nodig hebt, maar ook aan dingen die je graag wilt hebben.
Slide 10 - Slide
Leg uit dat geld uitgeven keuzes vereist en dat het belangrijk is om verstandig met geld om te gaan.
Geld sparen
Geld sparen is belangrijk om voorbereid te zijn op onverwachte uitgaven en om te sparen voor de toekomst.
Slide 11 - Slide
Beschrijf waarom geld sparen belangrijk is en geef enkele tips over hoe je geld kan sparen.
Geld lenen
Als je geld leent, moet je het later terugbetalen met rente. Dit kan handig zijn voor grote aankopen, maar kan ook riskant zijn.
Slide 12 - Slide
Leg uit wat geld lenen inhoudt en waarom het belangrijk is om verstandig met leningen om te gaan.
Geld en cultuur
Geld heeft verschillende betekenissen in verschillende culturen. In sommige culturen is geld belangrijker dan in andere.
Slide 13 - Slide
Beschrijf hoe geld wordt gezien in verschillende culturen en leg uit dat het belangrijk is om open te staan voor andere waarden en normen.
Geld in het buitenland
Als je naar het buitenland gaat, moet je rekening houden met verschillende munteenheden en wisselkoersen.
Slide 14 - Slide
Leg uit wat er komt kijken bij geld in het buitenland en geef enkele tips over hoe je hiermee om kan gaan.
Geld en technologie
Technologie heeft het betalen en overmaken van geld gemakkelijker gemaakt. Er zijn nu verschillende manieren om online en mobiel te betalen.
Slide 15 - Slide
Beschrijf hoe technologie heeft bijgedragen aan het veranderen van de manieren waarop we betalen en overmaken.
Geld en ethiek
Geld kan ook ethische kwesties met zich meebrengen, zoals belastingontduiking en corruptie.
Slide 16 - Slide
Beschrijf enkele ethische kwesties die met geld te maken hebben en leg uit waarom het belangrijk is om hierover na te denken.
Samenvatting
In deze les hebben we geleerd wat geld is, de geschiedenis van geld, wat je kan doen met geld en hoe geld in het buitenland werkt.
Slide 17 - Slide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en herhaal het leerdoel.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 18 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 19 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 20 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.