Subductie: Hoe de aarde werkt

Subductie: Hoe de aarde werkt

Leerdoel

Aan het einde van de les zullen de leerlingen het begrip subductie begrijpen en kunnen toepassen.

Dit leerdoel moet aan het begin van de les duidelijk worden gemaakt aan de leerlingen.

Wat weet je al over plaattektoniek?

De aarde en haar platen

De aarde bestaat uit verschillende platen die op de mantel drijven.

Gebruik deze slide om de aarde en haar platen te introduceren.

Botsende platen

Wanneer twee platen botsen kan er subductie plaatsvinden.

Laat de leerlingen voorbeelden van botsende platen bedenken en bespreek deze klassikaal.

Wat is subductie?

Subductie is het proces waarbij een zware oceaanplaat onder een lichtere continentale plaat schuift.

Leg de definitie van subductie uit en laat de leerlingen deze definitie opschrijven.

Subductiezones

Subductiezones zijn gebieden waar subductie plaatsvindt.

Laat de leerlingen op een kaart subductiezones aangeven en bespreek deze klassikaal.

Vulkanisme

Subductie kan leiden tot vulkanisme.

Laat de leerlingen voorbeelden van vulkanisme door subductie bedenken en bespreek deze klassikaal.

Tsunami's

Subductie kan ook leiden tot tsunami's.

Laat de leerlingen voorbeelden van tsunami's door subductie bedenken en bespreek deze klassikaal.

Voorbeeld van subductie

Een voorbeeld van subductie is de subductiezone voor de kust van Chili.

Laat de leerlingen opzoeken waar de subductiezone voor de kust van Chili is en bespreek dit klassikaal.

Waarom is subductie belangrijk?

Subductie is belangrijk omdat het gevolgen heeft voor het klimaat en de geografie van de aarde.

Leg uit waarom subductie belangrijk is en laat de leerlingen voorbeelden bedenken van deze gevolgen.

Toepassing van subductie

Subductie wordt toegepast in de wetenschap om te begrijpen hoe de aarde werkt.

Leg uit hoe subductie wordt toegepast in de wetenschap en laat de leerlingen voorbeelden hiervan bedenken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.