Begin met een mooie zin, je openingszin.
Maak 5 coupletten, in elk couplet staat een ander woord centraal.
Beschrijf per couplet wat iemand doet, wat je daar zo lief of mooi aan vindt, of iets anders. Het hoeft (nog) niet te rijmen.
Als het maar uit je hart komt.
Daarna probeer je dingen anders te zeggen; figuurlijk taalgebruik. Maak het wat raadselachtiger, geheimzinniger. Blijf denken aan jouw persoon!
Nu mag je proberen om zinnen te laten rijmen als je wilt, maar het hoeft niet.
Verbeter het tot je tevreden bent en schrijf hem netjes op.
Klaar? Versier de randjes met streepjes, bloemen, hartjes, zulke dingen.