This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3 De winkel in
(KGT Paragraaf 4)
Een beter beeld met indexcijfers
Ik heb klaar liggen:
rekenmachine,
pen,
papier.
Slide 1 - Slide
Vandaag
Huiswerk bespreken
KGT: Hoofdstuk 3 paragraaf 4
Vragen beantwoorden
Huiswerk
Slide 2 - Slide
BK
Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1+2+3+4
(incl rekentrainer)
KGT
Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1+5+2+3+4
(incl rekentrainer)
Huiswerk 5 december
Slide 3 - Slide
3.5 T: Opdracht 5-1
a) Met hoeveel eurocent stijgt de waarde van het product in de Mars-fabriek?
Met € ....
Slide 4 - Slide
3.5 T: Opdracht 8-2
d) Bereken de toegevoegde waarde van elk bedrijf in de bedrijfskolom.
graanboer: € ..
meelfabriek: € ..
bakkerij: € ..
supermarkt: € ..
Slide 5 - Slide
3.5 T: Opdracht 10-2
Roxanne koopt drie liter melk in de supermarkt.
c) Hoeveel waarde heeft de supermarkt toegevoegd aan deze hoeveelheid melk?
€ ..
Slide 6 - Slide
3.3 T: Opdracht 7-1
Peter is marktkoopman. Hij koopt elke dag verse groenten op de veiling. Hij verkoopt deze groenten op de markt. Zijn omzet was vorig jaar € 321.000 en het jaar daarvoor € 300.000.
Tip: gebruik de formule:
a) Met hoeveel procent is zijn omzet vorig jaar gestegen?
Slide 7 - Slide
Formule:
Omzet
inkoopwaarde
brutowinst
bedrijfskosten
nettowinst
-
-
Slide 8 - Slide
Doel §4:
(B) Ik kan bedrijfsgegevens uitdrukken in procenten.
(KGT) Ik kan werken met indexcijfers.
(KGT) Ik kan aan de hand van indexcijfers vergelijkingen maken.
Slide 9 - Slide
Rekenvaardigheden
Ik heb klaar liggen:
rekenmachine,
pen,
papier.
Slide 10 - Slide
Indexcijfers
Binnen economie ben je soms niet zo geïnteresseerd in getallen zelf, maar meer in de veranderingen: neemt iets toe of juist af, en met hoeveel procent? Dit laten we zien met indexcijfers.
Slide 11 - Slide
Indexcijfer
Een getal dat aangeeft met hoeveel procent dit getal verschilt van het getal in het basisjaar.
Slide 12 - Slide
Basisjaar
Het jaar dat als basis wordt gebruikt voor de berekening van indexcijfers en dat het indexcijfer 100 heeft.
Slide 13 - Slide
Basisjaar
• moet niet te ver in het verleden liggen;
• moet een vrij normaal jaar zijn, dat niet te veel afwijkt van de jaren ervoor en erna.
Slide 14 - Slide
Formule indexcijfer
Het basisjaar heeft het indexcijfer 100.
Formule indexcijfer:
(gegeven van dat jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.
Een indexcijfer rond je meestal af op een heel getal.
Slide 15 - Slide
Formule indexcijfer:
(gegeven van dat jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer
Bekijk de tabel.
Bereken het indexcijfer van 2015.
Rond af op een heel getal.
Het indexcijfer van 2015 is ...
Slide 16 - Slide
Formule indexcijfer:
(gegeven van dat jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer
invullen geeft: 23.134 : 22.258 x 100 = 104
Bekijk de tabel.
Bereken het indexcijfer van 2015.
Rond af op een heel getal.
Het indexcijfer van 2015 is ...
Slide 17 - Slide
Indexcijfers met tabel
Indexcijfer
100
?
Bedrag in €
Bekijk de tabel.
Bereken het indexcijfer van 2015.
Rond af op een heel getal.
Het indexcijfer van 2015 is ...
↷
↷
Slide 18 - Slide
Indexcijfers met tabel
Indexcijfer
100
?
Bedrag in €
22.258
1
23.134
Bekijk de tabel.
Bereken het indexcijfer van 2015.
Rond af op een heel getal.
Het indexcijfer van 2015 is ...
↷
↷
Slide 19 - Slide
Indexcijfers met tabel
Indexcijfer
100
?
Bedrag in €
22.258
1
23.134
Bekijk de tabel.
Bereken het indexcijfer van 2015.
Rond af op een heel getal.
Het indexcijfer van 2015 is ...
↷
↷
:22.258
x23.134
Slide 20 - Slide
Indexcijfers met tabel
Bekijk de tabel.
Bereken het indexcijfer van 2015.
Rond af op een heel getal.
Het indexcijfer van 2015 is ...
100 : 22.258 x 23.134 = 104
Een indexcijfer rond je meestal af op een heel getal.
Slide 21 - Slide
In het basisjaar 2010 was de prijs van een paar schoenen € 50. In 2013 kostten die schoenen€ 40. Het indexcijfer voor deze schoenen is in 2013 ....
Slide 22 - Open question
Hoeveel procent waren de huizen in het jaar 2000 goedkoper dan het basisjaar 2010?
Stap 1: Bepaal het basisjaar.
Het basisjaar is 2010. Het indexcijfer is dan automatisch 100.
Stap 2: Zoek de waarde van het nieuwe indexcijfer op. Dat is 71,1.
Stap 3: Bereken het verschil tussen het nieuwe indexcijfer en het basisjaar.
Het verschil is 71,1 – 100 = –28,9.
Slide 23 - Slide
Antwoord lesdoel(en)
Slide 24 - Open question
BK
Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1+2+3+4
(incl rekentrainer)
KGT
Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1+5+2+3+4
(incl rekentrainer)
Huiswerk 11 december
Slide 25 - Slide
Nabespreking
Hoe is het gegaan? Wat ging goed? Wat vond je moeilijk? Welke vragen heb je nog?