maatwerkles 3/2

  • Les devoirs
  • Écouter
  • Parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • Heb ik geoefend met luisteren
  • Kan ik duidelijk maken waar iets in een ruimte zich bevindt
  • Heb ik nieuwe woorden geleerd

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  • Les devoirs
  • Écouter
  • Parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • Heb ik geoefend met luisteren
  • Kan ik duidelijk maken waar iets in een ruimte zich bevindt
  • Heb ik nieuwe woorden geleerd

Slide 1 - Slide

Les devoirs
Leren: apprendre 1 en 10

Maken: 3, 4a en 4b blz 113, 114

Slide 2 - Slide




Je gaat het filmpje in de volgende slide bekijken.  Twee Franse jongeren stellen zichzelf voor, Inès en Mayeul. Zij laten allebei hun huis zien.





Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Activité 1
Bekijk de 1e vraag. Wat is de opdracht?

We gaan het filmpje in het geheel bekijken. 

Je préfère la maison d'Inez, parce que ....

Je préfère l'appartement de Mayeul, parce que ....

Slide 5 - Slide

Activité 1
Je préfère la maison d'Inez, parce qu'elle est jolie, il y a une jardin.


Je préfère l'appartement de Mayeul, parce que il est grand.


Slide 6 - Slide

Activité 2
Weet je de betekenis van alle woorden?
Verander 'un' en 'une' in 'le' en 'la'
Overleg in tweetallen



timer
4:00

Slide 7 - Slide

Activité 3
Maak verbindingen met de foto's en de tekst.

Wie doet wat (Inès et Majeul)? 

We gaan nog een keer straks het filmpje bekijken. Daarna ga je met behulp van de Franse zinnen zeggen wie waarvan houdt of doet.


timer
2:00

Slide 8 - Slide

Activité 3 
Probeer zinnen te maken met:
Majeul
Anne
werkwoorden -er
il aime / elle aime
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Activité 3: goede zinnen
Mayeul joue du piano
Inès monte les escaliers
Mayeul aime lire un livre  - Mayeul lit un livre.
 Il (Mayeul) se douche dans la salle de bains. 
Elle (Inez) travaille à son bureau. 

Slide 10 - Slide

Activité 4
We gaan nog een keer de video kijken

Schrijf woorden / zinnen op die horen bij elk vetrek

Je mag de zinnen gebruiken die bij het vraagteken staan.

Slide 11 - Slide

Activité 5
Wat betekenen de woorden?

Welk woord kun je waar in de tekst invullen?

Slide 12 - Slide

Les devoirs
leren woordjes voor je volgende les Frans
Il faut + hele werkwoord
zelfstandige naamwoorden eindigend -e : vaak vrouwelijk
chercher - wat voor soort werkwoord is het? Hoe vervoegen?

Slide 13 - Slide