1.4 Help de prijzen stijgen! deel 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

H1 Inkomen en welvaart

§ 1.1 Wat heb je te besteden?

§ 1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde.

§ 1.3 Wil je welvaart of welzijn?

§ 1.4 Help, de prijzen stijgen! deel 1

In deze les leer je:

- wat koopkracht is;

- de oorzaken van inflatie;

- hoe je het cpi berekent.

GOAL!

Wat is koopkracht?

Koopkracht

= de hoeveelheid goederen en diensten die je 

met je inkomen kunt kopen.

Je koopkracht hangt af van:

• de hoogte van je inkomen;
  
• de hoogte van de prijzen.
  

Inflatie

= een algemene prijsstijging van goederen en diensten.

Door inflatie wordt de koopkracht

Het geld wordt dus minder waard --> geldontwaarding.   

Het tegenovergestelde van inflatie noemen we deflatie.

groter of kleiner?

kleiner

...

marktwerking (goederen & diensten)

Prijs stijgt als: aanbod daalt of vraag stijgt.

Prijs daalt als: aanbod stijgt of vraag daalt.

cpi = consumentenprijsindexcijfer

geeft de prijsontwikkeling van consumentenprijzen weer  -->

hiermee bepaalt het CBS hoe hoog de inflatie is.

cpi = consumentenprijsindexcijfer

Het cpi is een samengesteld gewogen indexcijfer! 

gewogen, omdat de ene artikelgroep zwaarder meetelt dan de andere artikelgroep. De artikelgroep waar een gezin het meeste geld uitgeeft, krijgt de hoogste wegingsfactor.

samengesteld, omdat het cpi is samengesteld uit verschillende artikelgroepen

dus: 'samengesteld'

dus: 'gewogen'

dus: samengesteld gewogen cpi

Hoe bereken je het cpi?

Drie stappen:

1. Vermenigvuldig per productgroep het prijsindexcijfer met de wegingsfactor.

2. Tel alle uitkomsten daarvan bij elkaar op.

3. Deel dit totaal door het totaal van alle wegingsfactoren.

Hoe bereken je het cpi?

Drie stappen:

1. Vermenigvuldig per productgroep het prijsindexcijfer met de wegingsfactor.

2. Tel alle uitkomsten daarvan bij elkaar op.

3. Deel dit totaal door het totaal van alle wegingsfactoren.

Blz. 33

opg.14

Hoe bereken je het cpi?

Drie stappen:

1. Vermenigvuldig per productgroep het prijsindexcijfer met de wegingsfactor.

2. Tel alle uitkomsten daarvan bij elkaar op.

3. Deel dit totaal door het totaal van alle wegingsfactoren.

Blz. 33

opg.14

Aan het werk

Maken: par. 1.4

opg. 1 t/m 6 (blz. 22)

Zelf nakijken via Magister ELO Studiewijzers

0

0