Correct gebruikmaken van een multimeter

• Elektriciteit
• Secundair onderwijs

00:19

Welke grootheden kan je meten met een multimeter?

1. Spanning (U)
2. Stroom (I)
3. Weerstand (R)
4. Alle antwoorden zijn correct.

01:12

Hoe moet je de multimeter schakelen om de stroom door een verbruiker te meten?

1. Parallel over de verbruiker.
2. In serie met de verbruiker.

02:10

Hoe moet je de multimeter schakelen om de spanning over een verbruiker te meten?

1. Parallel over de verbruiker.
2. In serie met de verbruiker.

02:20

Waarom is het belangrijk om het meetbereik zo hoog mogelijk in te stellen?

02:50

Waarom moet je de lamp loskoppelen als je de weerstand ervan wilt meten?

03:25

Wanneer lezen we een 1 of oneindig af op de multimeter?

1. Wanneer de kring onderbroken is.
2. Wanneer de kring gesloten is.

Een laatste doordenkertje... Waarvoor zullen wij in de les voornamelijk een multimeter gebruiken?

1. Voor onze veiligheid, om te controleren of de installatie onder spanning staat.
2. Om de weerstand van een lamp te meten.

You did it!

Beste leerlingen, bedankt voor jullie inzet!

Ik zie jullie allemaal in de volgende les. Tot dan!

Met vriendelijke groeten

Rémi Wullaert