This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
NSG Groenewoud
Mentorles NSG Essenties
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
NSG Top 5 Essenties
In deze les presenteren we de NSG essenties aan je.
Door te werken aan de essenties zul je betere resultaten op school halen.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Slide 3 - Slide
Hier zie je de 5 essenties. Je hoeft niet uit te leggen wat ze betekenen, alleen maar presenteren. In de volgende dia zoeken de leerlingen zelf uit wat bij waar hoort.
Tekst
Welke essentie hoort bij welk icoon?
Aanpakken
Jezelf zijn
Samenwerken
Openstaan voor leren
Verantwoorden
Slide 4 - Drag question
Door leerlingen de woorden bij het plaatje te laten slepen, gaan ze zelf al makkelijker associëren welke tekst bij welk beeld hoort. Dit bevordert het onthouden en het eigen maken van de essenties.
Tijd om aan de slag te gaan!
Na de opdracht bespreken we hoe je de essenties hebt ingezet.
Slide 5 - Slide
In de volgende dia's staan activiteiten. Deze zijn gericht op het inzetten van de essenties. Je kunt kiezen om 1 activiteit te doen. Door een activiteit te doen, zullen ze gemakkelijk van zichzelf herkennen welk gedrag er bij welke essentie hoort. Daarnaast is het een leuke activiteit gericht op groepsvorming.
Elke activiteit duurt ongeveer 12 minuten.
Jullie taak is om een spaghetti-toren te maken. Maak groepjes van 4 leerlingen.
Er zijn een paar basisregels die je moet volgen:
Wacht met bouwen tot het startsein.
Je toren moet zo hoog mogelijk gemaakt worden.
Je mag alle materialen gebruiken die klaar liggen: elastiekjes en spekjes,
Je toren moet in ieder geval bestaan uit:
een driehoek
dwarsverbindingen
een vierkant
Elk teamlid is verantwoordelijk voor het eindresultaat
Je hebt tien minuten de tijd. Het team met de hoogste toren heeft gewonnen.
timer
10:00
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Maak groepjes van 4. Jullie taak is om
deze hersenkraker op te lossen
Er zijn een paar basisregels die je moet volgen:
Wacht met bouwen tot het startsein.
Kraak de code
Degene die de code het eerst gekraakt heeft, wint.
Maak groepjes van 4. Jullie taak is om deze hersenkraker op te lossen.
Er zijn een paar basisregels die je moet volgen:
Wacht met overleggen tot het startsein.
Kraak de code
Degene die de code het eerst gekraakt heeft, wint.
Slide 7 - Slide
Antwoord:
- Als je de kleuren op de eerste rij vergelijkt met de kleuren op de derde rij, dan zie je dat er één kleur anders is, namelijk geel is dan oranje geworden. En in plaats van 2 kleuren die goed zijn (maar niet op de juiste plek) zijn het er opeens 3. Dus conclusie: geel zit er niet in, oranje wel.
- Op de vierde rij zijn er 2 kleuren goed. De ene is oranje weten we. De ander is dus paars of blauw. Aangezien er 4 kleuren van de 6 gebruikt moeten worden. Zijn dus groen, en rood allebei goed. We hebben dan dus nu: oranje, rood en groen.
- Oranje moet dus op de 3e plek.
- In de eerste rij zien we rood en groen die er beide in moeten. Dus kan blauw er niet in zitten. En dus hebben we nu onze vier kleuren: rood, oranje, paars en groen.
- Paars is in de vierde rij goed. Aangezien in de tweede rij, oranje en paars niet op de juiste plek staan, moet rood daar op de juiste plek staan.
- Dus dan wordt de volgorde: rood, paars, oranje, groen en dat is: 3562
Maak groepjes van 4. Jullie taak is om al staand op een deken deze om te draaien.
Er zijn een paar basisregels die je moet volgen:
Wacht met omdraaien van de deken tot het startsein.
Niemand mag van de deken af!
Je moet met elkaar samenwerken om tot een resultaat te komen.
Elk teamlid is verantwoordelijk voor het eindresultaat
Je hebt tien minuten de tijd.
Het team wat als eerste de deken heeft omgedraaid heeft gewonnen.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Maak groepjes van 5. Jullie taak is om 5 items mee te nemen naar een onbewoond eiland
Er zijn een paar basisregels die je moet volgen:
Wacht met discussiëren tot het startsein
Je mag maar 5 items meenemen van de 20
Iedereen moet achter de keuze voor deze 5 items staan.
Je hebt 5 minuten om je eigen lijst samen te stellen.
Je hebt 15 minuten om met je team tot overeenstemming te komen.
Slide 9 - Slide
Bij deze dia horen materialen die je moet kopiëren en uitdelen.
Ik zorg dat mijn telefoon uit mijn buurt is als ik huiswerk maak
Ik vind het niet moeilijk om aan mijn huiswerk te beginnen
Als ik mezelf ken, kan ik al mijn leerdoelen halen
Ik ben niet snel van slag
Ik weet wat ik goed kan
Ik weet wat ik wil
Ik word niet snel boos
Slide 10 - Drag question
Welk gedrag hoort bij welke essentie. Laat leerlingen gedrag slepen naar de essentie toe. Als je merkt dat er discussie komt over wat nu waar bij hoort dan is dat goed. Sommige essenties hebben overeenkomend gedrag.
Slide 11 - Mind map
Laat leerlingen vragen naar wat zij denken welk gedrag bij samenwerken hoort.
Mogelijke antwoorden zijn:
-Ik luister naar wat anderen te zeggen hebben
-Ik onderbreek iemand die aan het woord is niet
Als ik iets niet snap wat een ander zegt vraag ik om verduidelijking
-Ik kan me inleven in de ander
- Ik durf op anderen waar ik mee samenwerk te vertrouwen
- Ik kan anderen feedback geven over hun werk
- Ik kan zelf feedback van anderen ontvangen
- Ik kan goed samenwerken
- Ik kan taken verdelen
- Ik kan mijn deeltaak goed uitvoeren
- Ik kan afspraken maken met anderen
- Ik kan met houden aan afspraken met anderen
- als het mij niet lukt om mijn werk te doen, dan communiceer ik daar op tijd over
- Ik kan open vragen stellen
Verantwoorden
Aanpakken
Ik houd me aan deadlines
Ik onthoud mijn afspraken
Ik kijk mijn werk na en verbeter fouten
IK maak leerdoelen, zodat ik gericht aan mijn vakken werk
Ik krijg dingen op tijd af
Mijn ouders hoeven nooit te zeggen dat
ik aan mijn huiswerk moet beginnen
Ik kan makkelijk van taak wisselen
Slide 12 - Drag question
Zelfde idee als bij de vorige sleepvraag
NSG Essenties
Nu weet je wat de NSG Essenties zijn.
Je zult deze essenties steeds vaker tegenkomen en je zult er steeds vaker op bevraagd worden in mentorgesprekken