Verkeersquiz groep 7

Jolijn loopt en ziet dit bord. Wat moet hij hier doen?
A
Hij mag doorlopen, want dit is een verplicht voetpad.
B
Hij mag doorlopen, maar het is hier gevaarlijk voor voetgangers.
C
Hij mag hier niet in gaan, want het is hier verboden voor voetgangers.
D
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
VerkeerBasisschoolGroep 7

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Jolijn loopt en ziet dit bord. Wat moet hij hier doen?
A
Hij mag doorlopen, want dit is een verplicht voetpad.
B
Hij mag doorlopen, maar het is hier gevaarlijk voor voetgangers.
C
Hij mag hier niet in gaan, want het is hier verboden voor voetgangers.
D

Slide 1 - Quiz

Cor en Youri krijgen te maken met een auto. Moeten zij de auto voorrang geven?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Wie mogen er als eerst?
A
De jongens die lopen
B
De auto en de fietser

Slide 3 - Quiz

Als je fietst, moet je
voorrang krijgen van
iedereen die van
rechts komt rijden.
Kijk, hier is een
oversteekplaats voor
voetgangers.
Je moet hier links
of rechts afslaan
als je fietst.
(Je mag hier niet
rechtdoor rijden.)
Pas op,
spoorwegovergang.

Slide 4 - Drag question

Wie mag of mogen hier voorgaan?
A
De fietser die linksaf wil
B
De voetgangers die rechtdoor willen

Slide 5 - Quiz

Je bent op de fiets. Mag je hier inrijden?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien

Slide 6 - Quiz

Wat is de goede volgorde van voorrang?
A
Juan, Anna en Mo
B
Anna, Juan en Mo
C
Mo, Juan en Anna

Slide 7 - Quiz

Je bent voetganger als je ...

Slide 8 - Mind map

Wat is de goede volgorde van voorrang?
A
Eerst de auto, daarna Chantal en dan Ger
B
Eerst Chantal, daarna Ger en dan de auto
C
Eerst Ger, daarna de auto en dan Chantal

Slide 9 - Quiz

Wie mag er als eerst?
A
Abel
B
Sophie

Slide 10 - Quiz

Wie mag er voorgaan?
A
De tram
B
Elain

Slide 11 - Quiz

Wie heeft voorrang? 
als je loopt 
als je fietst
Iemand die achteruitrijdt, moet jou voor laten gaan.
Je moet mensen die slecht ter been zijn of die slecht kunnen zien voor laten gaan bij oversteken.
Je moet een bus die binnen de bebouwde kom wil wegrijden bij de halte voor laten gaan.
Je mag voorgaan als een auto wil  wegrijden van een parkeerplaats.
Kleine bocht gaat voor grote bocht. 
Als je uit een erf of zijweg komt rijden  waar de stoep doorloopt over de weg, moet je iedereen die van links of rechts komt voor laten gaan.

Slide 12 - Drag question

Mag je hier nu doorrijden?
A
Ja, want de slagbomen gaan omhoog.
B
Nee, de lichten branden nog.

Slide 13 - Quiz

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Vanaf hier de straat in rijden
B
Kijk, hier is een eenrichtingsstraat
C
Je moet hier in rijden
D
Kijk, hier omhoog

Slide 14 - Quiz

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Pas op, de weg maakt een bocht naar links
B
Pas op, de weg maakt een bocht naar rechts
C
Pas op, je moet hier naar rechts

Slide 15 - Quiz

Pak een wit blaadje en maak een tekening van jou weg naar school.
timer
5:00

Slide 16 - Slide