This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.2 Vermogen en Energie
Slide 1 - Slide
2.2 Elekticiteit in huis
It
It=I1+I2+....
Slide 2 - Slide
Huisinstallatie
Hoofdschakelaar
It=I1+I2+....
It
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Vermogen = W Watt
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Spanning = VVolt
Vermogen = WWatt
Stroomsterkte = A Ampère
Vermogen = Volt x Ampère
Slide 10 - Slide
Stroomsterkte - Ampère
De hoeveelheid elektrische lading die per seconde door het stroomdraad beweegt, is de stroomsterkte. Dit wordt gemeten in Ampère.
Een accu of een stopcontact, dat niet wordt gebruikt heeft dus geen stroomsterkte. Er is geen sprake van een gesloten stroomkring, en dus kan er geen stroomsterkte gemeten worden.
Slide 11 - Slide
Spanning - Volt
De hoeveelheid energie die wordt meegegeven aan de elektrische lading is de spanning. Dit wordt gemeten in volt, oftewel het voltage. Deze stroom wordt altijd volledig afgegeven in een stroomkring.
Slide 12 - Slide
Vermogen - Watt
Het vermogen is de spanning vermenigvuldigd met het de stroomsterkte. Oftewel W = V x A Dit is de hoeveelheid energie de een elektrisch apparaat verbruikt.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
Energiekosten berekenen
Een stofzuiger met een vermogen van 1200 W staat 30 minuten aan.
Hierbij kost 1 kWh €0,23
Bereken de energiekosten.
Slide 16 - Slide
Energiekosten berekenen
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord
Slide 17 - Slide
Berekening
Gegeven = Energie is 1,2 kWh, kosten € 0,23
Gegeven = Kosten van het energiegebruik
Formule = Kosten = energie X kWh-prijs
Kosten = 1,2 X 0,23 = 0,276
Het energiegebruik kost € 0,28 cent per uur, dus 0,14 cent voor een half uur.
Slide 18 - Slide
Energiekosten berekenen
De boormachine draait een half uur. Wat zijn de kosten van het gebruik van de boormachine?