R: Ik ken de regels voor rekenvolgorde en voor het afronden van getallen en geldbedragen
T1: Ik kan de regels voor de rekenvolgorde en de regels voor het afronden toepassen
T2: Ik kan in complexere berekeningen de regels voor de rekenvolgorde en het afronden toepassen
I: Ik kan uitleggen dat je in de praktijk niet altijd volgens de regels kunt afronden en ik begrijp waarom de rekenvolgorde belangrijk is