Economisch bekeken - H4.2 Nederland exportland (BB)

 
4.2 Nederland exportland (B)


1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 
4.2 Nederland exportland (B)


Slide 1 - Slide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen waarom export  belangrijk is voor Nederland.
  • aangeven welke rol Nederland heeft in de internationale handel en in de
      samenstelling van de import en export.
  • uitleggen wat de begrippen export (uitvoer), betalingsbalans, open
     economie en gesloten economie betekent.
Wat gaan we leren?

Slide 2 - Slide

Collectieve voorzieningen
  • Export (uitvoer) betekent de
      verkoop van producten aan het
      buitenland.
  • Onze goederen en diensten gaan naar het
      buitenland geld komt naar Nederland.

Voorbeelden
  • Een Nederlands bruggenbouwer bouwt
      een brug in Italië.
  • Tiësto treedt als dj op in Dubai.
  • Beemster verkoopt kaas aan Duitsland.
Kernwoord: Export

Slide 3 - Slide

Als de export bij de bedrijven stijgt, dan:
  1.  kunnen bedrijven meer produceren. 
  2. De hogere productie levert extra winst op.
  3. Er ontstaat meer werkgelegenheid.

Welke nadelen hebben deze ontwikkelingen?
  •  Het energieverbruik stijgt en dat is nadelig
       voor het milieu.
  • Door de productie ontstaan er meer
      verbrandingsgassen en ander afval


Wat gebeurt er bij de Nederlandse bedrijven
als de export stijgt?   

Slide 4 - Slide

  • Investeren! Investeren betekent
      dat een onderneming
      productiemiddelen koopt. 
  • Voorbeelden zijn: machines,
      transportmiddelen en robots.
  • Hierdoor wordt de
      arbeidsproductiviteit verhoogd,
      de loonkosten per product lager
      en de concurrentiepositie beter.
Hoe kan een bedrijf zorgen dat ze meer produceren?

Slide 5 - Slide

  • Een open economie is een
      land waarin de invoer en
      uitvoer groot zijn in
      verhouding tot de productie.
  • In andere woorden: een land dat
      veel invoert en uitvoert heeft een
      open economie.

Open economie

Slide 6 - Slide

  • Een gesloten economie is een
      economie van een land waarin de
      invoer en uitvoer klein zijn in
      verhouding tot de productie.
  • In andere woorden: een land dat
     bijna niet invoert en uitvoert heeft
     een gesloten economie.

Gesloten economie

Slide 7 - Slide

  • De betalingsbalans is een
     overzicht van betalingen aan en
     uit het buitenland.
  • Als de export meer is dan import
     spreekt men van een overschot
     op de betalingsbalans.
  • Als de import meer is dan de
     export spreekt men van een
     tekort op de betalingsbalans.
Betalingsbalans

Slide 8 - Slide

Gatentekst
Vul in in de tekst!
  • Import
  • Dekkingsgraad
  • Export
  • Internationale arbeidsverdeling
  • Gesloten economie
  • Open economie
  • Betalingsbalans
  • Exportquote

Slide 9 - Slide

Aan de slag met 4.2

Slide 10 - Slide