Frankrijk voor de revolutie - les 1

Frankrijk voor de revolutie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Frankrijk voor de revolutie

Slide 1 - Slide

Frankrijk was rond 1700 een
A
industriële samenleving
B
moderne samenleving
C
landbouw samenleving
D
een samenleving van jagers en boeren

Slide 2 - Quiz

Frankrijk was een standensamenleving. Hoeveel standen waren er in Frankrijk?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

Koning Lodewijk XIV regeerde. Welk woord past het beste bij hem?
A
monarchie
B
democratie
C
absolutisme
D
dictatuur

Slide 4 - Quiz

Welke "stand" was in aantal het grootste?
A
geestelijken
B
edelen
C
boeren en burgers
D
soldaten

Slide 5 - Quiz

In 18e eeuw was er in Frankrijk ongelijkheid.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

1. De geestelijken betaalden geen belasting.
2. Zij kregen wel geld uit belastingen.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 7 - Quiz

De koning zocht zijn ministers uit de eerste en derde stand.
A
fout
B
goed

Slide 8 - Quiz

De geestelijken en de edelen hielpen de koning met het bestuur van het land.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

In Frankrijk was de rechtspraak eerlijk.
Het maakte niet uit tot welke stand je hoorde.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

De geestelijken en edelen hadden voorrechten.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

1. De eerste en tweede stand waren 1.5% van de bevolking.
2. Ze hadden 1,5 % van de grond in bezit.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 12 - Quiz

1. De derde stand was 98% van de bevolking.
2. Ze moesten de belastingen in het land betalen.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 13 - Quiz

Welke hoort bij de edelen?
A
pacht
B
tiende
C
grondbelasting
D
geen belasting

Slide 14 - Quiz

Een advocaat hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren

Slide 15 - Quiz

Een bisschop hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren

Slide 16 - Quiz