Lesweek 3 & 4 Infusie

Infuustherapie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Infuustherapie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar breng je een infuus in?
A
Arterie
B
Arteriole
C
Vene
D
Capilair

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Op welke plaatsen kun je een infuus inbrengen?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waarom krijgt iemand een infuus?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Soorten infuusvloeistoffen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Dus....
Isotoon: b.v. nacl 0,9% en glucose 5%
Hypotoon: b.v. 0,65% nacl, bij dehydratie, oplosvloeistof 
Hypertoon: b.v. glucose 10%-15%, voedingsinfuus (tpv)

Bij gebruik van een hypertone -of een hypotone infuus > extra letten op aderontsteking en algemeen onwel voelen vd zorgvrager

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Aspireren is het opzuigen van een klein beetje bloed in het infuussysteem.​
Doel​
Controleren ligging en doorgankelijkheid.​
Controleren van de ligging van de infuuskatheter door te kijken of de infuuskatheter in een bloedvat ligt.​
Controleren van de doorgankelijkheid van de infuuskatheter.​
Wanneer​
Aspireren doe je vóór toediening van infuusvloeistof, medicijnen, voeding of bloedproducten.​
Koppel een spuit aan het infuussysteem en zuig langzaam een klein beetje bloed op tot je bloed ziet verschijnen in het infuussysteem.​

Flushen is het doorspoelen van de infuuskatheter (en eventueel de infuuslijn)​
Doel:​
Controleren en behouden van de doorgankelijkheid.​
Flushen doe je om de doorgankelijkheid van de infuuskatheter te controleren.​
Flushen doe je om de infuuskatheter en infuuslijn schoon te maken.​
Wanneer:​
Na het aspireren​
Vóór en na toedienen van medicijnen, voeding of bloedproducten.​
Tussen verschillende toedieningen door, om te voorkomen dat niet-verenigbare vloeistoffen/medicijnen met elkaar in aanraking komen.​

Locken is het inspuiten van een kleine hoeveelheid vloeistof in een infuuskatheter. Daarmee sluit je de infuuskatheter af voor de tijd dat deze niet in gebruik is. Voorafgaand aan het locken wordt de infuuskatheter (en -lijn) meestal eerst geflushed.​

Doel​
Locken doe je om de doorgankelijkheid van de infuuskatheter te behouden.​

Wanneer​
Locken doe je na toedienen van infuusvloeistof, medicijnen, voeding of bloedproducten.​
Vervang de lockvloeistof regelmatig wanneer het infuus niet in gebruik is. De frequentie voor het vervangen van de lockvloeistof verschilt per soort infuus. Perifeer infuus elke 24 uur​
Rekenen met infusie
Vloeistof: 1ml = 20 dr
Bloed: 1ml = 18 dr


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Inge krijgt 2 L zt/glc in 24 uur, bereken het aantal ml per uur en druppels per minuut.

Berekening volgens methode in boek 'Onder de knie '



Slide 18 - Slide

20 druppels = 1 ml
2000 mL x 20 dr. = 40.000 druppels
40.000 dr : 1440 min. = 27.7 dr/per minuut

1 uur = 60 min.
24 uur X 60 min. = 1440 min. 
uitkomst som
2000 ml : 24 = 83,33 ml/ uur
aantal ml x aantal dr/ml;  2000 x 20 = 40.000 dr
aantal uren x 60 minuten;  24 x 60 = 1.440
40.000 : 1.440 = 27,8 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Gerrard krijgt in 3 uur tijd 500 ml zt/glc, hoeveel ml is dit per uur en druppels per minuut?
A
167 ml per uur en 56 dr
B
167 ml per uur en 55 dr
C
166,6 ml per uur en 56 dr
D
167 ml per uur en 55,5 dr

Slide 20 - Quiz

500 ml :3 uur = 166,66 ml per uur
166,66 x 20 - 3333,3 dr.:60 min.= 55,55 dr.
Uitleg
500ml:3 = 166,6 = 167 ml afgerond per uur
500mlx20 = 10.000 dr. : 180 min = 55,5 = 55 - 56 dr afgerond.

of 10.000 dr.:3 =3333,33333 dr per uur:60min = 55,5
 = 55 - 56 dr afgerond.

Slide 21 - Slide

of 166,6 ml per uur x 20 druppels =
3332 druppels  : 60 min = 55.5 druppels per min. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Infuus verwijderen
  • Bij complicatie (flebitis, subcutaan lopen, infectie insteekopening, sepsis)
  • I.v. medicatie mag stoppen
  • Zorgvrager is gehydreerd


Pleisters losmaken, buisje eruit halen, afdrukken met gaasje.


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions