4. Haaronderzoek

4. Haaronderzoek
pagina 25
  • Spullen op tafel
  • Telefoon weg 
  • Jas uit en over je stoel
  • Tas op de grond
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4. Haaronderzoek
pagina 25
  • Spullen op tafel
  • Telefoon weg 
  • Jas uit en over je stoel
  • Tas op de grond

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt een haarpalet maken
  • Je kunt eenvoudig haaronderzoek uitvoeren
  • Je kunt het doel van haaronderzoek beschrijven

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Heb jij haar?
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

HAAR

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vraag 15a
Welke verschillende typen menselijke haren zijn er te onderscheiden?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Maak vragen 15 b & c
  • 10 minuten
  • Schrijf je antwoorden in je dossier/file

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Haarsporen
Haarsporen zijn haren die op een plaats delict zijn gevonden.
Daarna wordt gekeken of er een verband is met het misdrijf en of het daardoor bewijswaarde heeft.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Haarpallet
Een haarpallet bestaat uit gekamde, getrokken en geknipte haren van diverse plaatsen op het hoofd.
Een haarwortel zit in een haarfollikel. In een haarwortel bevindt zich DNA.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Morfologisch onderzoek
Bij haaronderzoek vergelijk je de uiterlijke kenmerken van een haar. Het haar van het misdrijf vergelijk je met het haar van een verdachte.
Uiterlijke kenmerken = morfologie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Haar & DNA
De haarschacht bevat geen bruikbaar DNA. Een haarwortel meestal wel.
Mitochondriaal DNA is er in overvloed aanwezig voor onderzoek.

Slide 12 - Slide

Gewoonlijk bevat alleen de haarwortel in de haarfollikel nucleair materiaal dat geschikt is voor DNA-testen. Soms kunnen echter genucleëerde corneocyten, die niet alle stappen van verhoorning hebben voltooid, in de haarschacht worden gevonden met nucleair DNA en worden getest. Mitochondriaal DNA is veel overvloediger dan nucleair DNA en kan worden gebruikt voor DNA-analyse, maar het maakt geen onderscheid tussen mensen uit dezelfde matrilinial-lijn en alleen nucleair DNA wordt typisch gevolgd in databases van het strafrechtsysteem.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Proef 16: Maak je eigen haarpalet
Maak een referentiemonster van je eigen haar
  • Een gekamd monster
  • 6x een geknipte haar
  • 6x een getrokken haar
Gebruik bijlage 3 Haarkaart voor haarpalet (deel ik uit)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Proef 18: Haarsporen analyseren
  • Maak groepjes van vier
  • Met een mutsje haren verzamelen
  • Analyseer een of meerdere haren met jullie haarpaletten
  • Gebruik eventueel een microscoop

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

FF wat vragen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan door middel van een haar een persoon geïdentificeerd worden?
A
Door het DNA van een haarcel, uit een haarspoor, in kaart te brengen.
B
Door een haar op te lossen in een zoutzuuroplossing. En de witte bloedcellen gebruiken voor ID.
C
Door een haar in te scannen en de digitale vingerafdruk te vergelijken met de database.
D
Door met behulp van een microscoop het uiterlijk van een haar te vergelijken met haarsporen.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Stelling: Haar kan het DNA profiel van een persoon in kaart brengen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

(Stel je knipt je haar)
Een haar kan het DNA profiel van een persoon in kaart brengen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat bevat een haarpallet niet?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat bevat een haarpallet niet?
A
Huidcellen van het hoofd.
B
Haren met intacte wortels.
C
Afgeknipte haren van het hoofd.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Ander woord voor uiterlijke kenmerken van een haar?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Ander woord voor uiterlijke kenmerken van een haar?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

De microscoop

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Veilig werken met een microscoop

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vijf Stappen
  1. Draai met de grote schroef de tafel helemaal naar beneden. Draai het kleinste objectief naar beneden.
  2. Leg je preparaat tussen de klemmen. Wat je wilt bekijken leg je midden boven de opening in de tafel.
  3. Kijk van opzij. Draai met de grote schroef de tafel helemaal omhoog. Let erop dat het preparaat niet tegen het objectief komt.
  4. Kijk door het oculair en stel ongeveer scherp met de grote schroef.
  5. Stel met de kleine schroef nauwkeurig scherp.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Haar preparaat maken
  1. Neem een haar van je hoofd. Liefst een haar met haarwortel.
  2. Plaats deze haar met zijn wortel in het midden van het preparaat.
  3. Plak de haar vast met een klein stukje plakband. Zorg ervoor dat je alleen de uiteinden aanraak en voorkom vingerafdrukken in het midden.

Slide 28 - Slide

Normaal doe je dit niet met plakband maar voor dit practicum wel.
  1. Doe een druppel kleurstof (bijvoorbeeld eosine) op het voorwerpglas.
  2. Trek met een pincet een stukje vlies los van de binnenkant van de uienrok. Je hebt maar een heel klein en dun stukje nodig.
  3. Leg het vliesje op de drup kleurstof. Zorg dat het niet dubbel ligt.
  4. Schuif het dekglas van opzij tegen de drup kleurstof aan.
  5. Laat het dekglas langzaam zakken. Probeer er geen lucht tussen te laten komen.
  6. Haal overtollige vloeistof wat naast het dekglas ligt weg met een tissue.
Het werkplan vind je terug op ItsLearning

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Daar gaan we weer

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Tubus
Revolver
Preparaatklemmen
Lampje
Grote- & Kleineschroef
Tafel

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Wanneer wissel je van objectief?

(Veilig werken met een microscoop)
A
Wanneer de tafel beneden staat.
B
Wanneer ik een andere vergroting wil zien.
C
Wanneer de tafel bovenaan staat.
D
Wanneer de tafel eraf is gehaald.

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Voorbereiding
Microscoop per groepje van twee personen.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Practicum
Een eigen haar onder een microscoop bekijken en dan vergelijken met een klasgenoot.
Je kan een haar met of zonder wortel nemen. Met wortel is natuurlijk interessanter om te zien.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Heb je met of zonder haarwortel gewerkt?
A
Zonder, ik ben een mietje.
B
Met, want ik ben cool.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions