Klas 3 Du les 7 Grammatik haben & Meine Möbel

Startaufgabe 1
- Denk nach, wie funktioniert ein Wörterbuch?  (2 min)
Denk je het te weten:
- Suche ins Wörterbuch die Übersetzung von diesen Wörtern und schreibe auf dein wisbordje. 

1) oben                 5) Höhepunkt 
2) gleitschirm        6) Klassenfahrt
3) gemeinsam       7) Kostüm
4) Tal                     8) enden



timer
7:00
1 / 41
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Startaufgabe 1
- Denk nach, wie funktioniert ein Wörterbuch?  (2 min)
Denk je het te weten:
- Suche ins Wörterbuch die Übersetzung von diesen Wörtern und schreibe auf dein wisbordje. 

1) oben                 5) Höhepunkt 
2) gleitschirm        6) Klassenfahrt
3) gemeinsam       7) Kostüm
4) Tal                     8) enden



timer
7:00

Slide 1 - Slide

Startaufgabe 1
Wie funktioniert ein Wörterbuch?

Slide 2 - Slide

Startaufgabe 2
Lese selbständig den text "Gleitschirmfliegen"  auf Seite 64 ins Textbuch.

Beantworte Aufgabe 72 auf
Seite 68 ins Arbeitsbuch

Fertig? Lese:
"Flower Power Fete"

Slide 3 - Slide

timer
3:00

Slide 4 - Slide

1. Hoe noemen wij de sport waarover deze tekst gaat?

Slide 5 - Open question

2.Wat is de Zugspitze?

Slide 6 - Open question

3. Welk avontuur gaat de "reporter" aan?

Slide 7 - Open question

4. Wie is Mike Küng?

Slide 8 - Open question

Tal
Fehler
jedoch
oben
sondern 
dal
echter
maar
boven
fout

Slide 9 - Drag question

Lese den Text noch einmal und beantworte die folgenden Fragen:
  1. Waarvan is het feest volgens de tekst het hoogtepunt?

  2. Wat is er naast muziek van de DJ?

  3. Hoe laat is het feest afgelopen?

  4. Wat voor eten is er op het feest? 

timer
4:00

Slide 10 - Slide

Waarvan is het feest volgens de tekst het hoogtepunt?
A
het klassenuitje
B
het schooljaar
C
de avond

Slide 11 - Quiz

Wat is er naast muziek van de DJ?
A
silent disco
B
karaoke
C
een stilte ruimte
D
een bar

Slide 12 - Quiz

Hoe laat is het feest afgelopen?
A
20:00
B
21:00
C
22:00
D
24:00

Slide 13 - Quiz

Wat voor eten is er op het feest?
A
koek, snoep, chips
B
koek, chips, worst
C
taart, worst, chips
D
taart, koek, worst

Slide 14 - Quiz

Verbind de juiste woorden met elkaar
1. dal 
A. Getränk
2. echter
B. Fehler
3. maar 
C. Kleiderschrank
4. boven 
D. Tal
5. fout
E. oben
6. kledingkast
F. jedoch
7. drinken
G. Preis
8. prijs
H. sondern
timer
1:15

Slide 15 - Slide

die Planung
- Startaufgabe
- Lernziele
- Grammatik haben, sein & werden
- Reden
- Video & Frage
- Wortsucher?




Slide 16 - Slide

Lernziele
  • Kennismaking met het werken met een woordenboek

  • De grammatica van haben, sein en werden
     is weer ververst.

  • Jullie hebben geoefend met luisteren en
    spreken in het Duits. 

Slide 17 - Slide

Grammatik haben, sein & werden


- Hoe zit het ook alweer?

- Onregelmatig dus geen
e-st-t-en-t-en 

Slide 18 - Slide

Grammatik haben, sein & werden
pers. vnw
haben
sein
werden
ich 
habe
bin
werde
du
hast
bist
wirst
er/sie/es
hat
ist
wird
wir
haben
sind
werden
ihr
habt
seid
werdet
sie/Sie
haben
sind
werden

Slide 19 - Slide

Het werkwoord haben.  
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben (wij)
habt
haben (zij/u)

Slide 20 - Drag question

Het werkwoord sein.  
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind (wij)
seid
sind (zij/u)

Slide 21 - Drag question

Het werkwoord werden.  
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden (wij)
werdet
werden (zij/u)

Slide 22 - Drag question

Maak de opdrachten op het stencil :) 

Vul de juiste vormen van haben/sein en werden in de opdrachten in. 

Fertig?
Dan kan je even niets doen, leidt de andere niet af

timer
6:00

Slide 23 - Slide

Reden
Öffnet Euer Textbuch auf S. 98 und lese mit. Frau Schuffelen und ich führen das Gespräch.

Jetzt macht ihr es selbst.
Wechsel auch die Rollen
timer
8:00

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Leben auf der Straße
Wir sehen ein Video über (jugendliche) Obdachlose.

Während des Hörens: 
5 open vragen 
7 meerkeuze vragen 

Slide 26 - Slide

12

Slide 27 - Video

00:21
Hoeveel mensen leven in Duitsland op straat?

Slide 28 - Open question

00:42
Welke dag is het?
A
zondag
B
maandag
C
dinsdag
D
woensdag

Slide 29 - Quiz

01:09
De producten uit de Karuna Kiosk zijn gratis voor dakloze mensen.
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

01:30
Hoeveel producten mag Hermann uitzoeken?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 31 - Quiz

03:43
Kunnen daklozen de hele dag in de noodopvang blijven?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quiz

04:06
Door Corona zijn veel noodopvanglocaties niet open. Wat is de reden dat ze niet open zijn?

Slide 33 - Open question

04:19
Door Corona leven nu meer jongeren op straat.
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

05:22
Waarom is Chiara zo betrokken bij de jongeren die het moeilijk hebben?

Slide 35 - Open question

06:28
Waar zijn de dakloze mensen overdag het vaakst te vinden?
A
in het bos
B
in de binnenstad
C
in de buitenwijken
D
bij de rivier

Slide 36 - Quiz

07:12
Dakloze jongeren vallen vaak niet op.
Hoe komt dit?

Slide 37 - Open question

08:49
Waarvoor kan de app gebruikt worden?

Slide 38 - Open question

Wortsucher 
Zoek de woorden van Lernbox 4 t/m 6 van Kapitel 3 in de woordzoeker. 

Maar let op!
 De woorden staan in het Duits in de woordzoeker :P 

Je mag elkaar zachtjes helpen! 

Tip: gebruik het tekstboek.  

Slide 39 - Slide

Ende :) 

Slide 40 - Slide

03:43
Is een slaapplaats in de noodopvang gratis voor dakloze mensen?
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quiz