Lesson 9 - po oefenen en Past simple vs past continuous

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Welcome

Get out your:

- workbook 

- notebook
- erase board + marker

- 1 Pencil (!) 

- agenda
When the second bell rings, you sit on your chair ready to start!
Leg je huiswerk open op tafel (oefening dagboek superpowers)

Starting Assignment

1. Gebruik het nakijkmodel om de schrijfopdracht na te kijken.

2. Omcirkel alle foutjes
3. Hoeveel punten zou deze leerling hebben gehaald?
Pluspunt als je alle fouten vindt!

4. Klaar voordat de timer om is? Kijk je eigen huiswerkopdracht na met het nakijkmodel.

Today's programme 

- discuss starting assignment

- agenda

- discuss homework

- short recap past simple + past continuous

- film?

Schrijf het aantal punten waar je op uit bent gekomen op je wisbordje.

Laten we er samen naar kijken...

Today's programme 

- discuss starting assignment

- agenda

- discuss homework

- short recap past simple + past continuous

- film?

2A/2B/2C

Tuesday, 7 January

M: proeftoets Spiderman
hh: grammar, Blink 49-52

hh: words Blink pages 53, 54, 55

Today's programme 

- discuss starting assignment

- agenda

- discuss homework

- short recap past simple + past continuous

- film?

Check your own work

• in tweetallen of drietallen 
• gebruik het nakijkmodel van de startopdracht
• kijk eerst de opdracht van de 1 na, en dan die van de ander
• doe het serieus
• tel de punten op, dan kan je straks zien welk cijfer je zou hebben gehad.
• vragen? steek je hand op

What would have been your mark?

Today's programme 

- discuss starting assignment

- agenda

- discuss homework

- short recap past simple + past continuous

- film?

past simple + past continuous

Short recap + 11 questions

Past Simple vs Past Continuous:

Hoe zet je een werkwoord in de PAST SIMPLE vorm?

1. werkwoord + (e)d of uit je hoofd leren
2. werkwoord + ing
3. was/were + ww + ing
4. werkwoord + t

Past Simple vs Past Continuous:

Hoe zet je een werkwoord in de PAST CONTINUOUS vorm?

1. werkwoord + (e)d of vorm 2
2. werkwoord + ing
3. was/were + werkwoord + ing
4. werkwoord + t

Kimberley went to the cinema.

1. Past Simple
2. Past Continuous

Stella and Fenne were walking to school.

1. Past Simple
2. Past Continuous

Nu volgen een paar invulvragen

Onhoudt:

• lange actie = past continuous, korte actie = past simple

of

• wat was iemand al aan het doen (past continuous), toen er iets anders gebeurde (past simple)
• Of... gebeurden 2 dingen tegelijkertijd en evenlang (2x past continuous)

Elize ______ (fall) asleep, while she ________ (watch) TV.

1. fell - watched
2. was falling - was watching
3. was falling - watched
4. fell - was watching

Bryan ____ (break) his leg, when he _____ (play) frisbee.

1. breaks - played
2. broke - was playing
3. was breaking - played
4. broke - played

We ____ (wait) for Bram and Arwin, when suddenly Lieuwe ____ (come) around the corner.

1. wait - comes
2. waited - came
3. were waiting - came
4. were waiting - was coming

Falco ____ (cycle) through the park, when he _____ (hear) a strange noise.

1. was cycling - heard
2. cycled - was hearing
3. cycle - hear
4. was cycling - heard

Salina and Dané _____ (paint) the walls when their dog _____ (knock) over the paint pot.

1. painted - was knocking
2. were painting - was knocking
3. painted - knocked
4. were painting - knocked

Hugo and Pelle _____ (play) games when Ennis _____ (ask) for help .

1. played - asked
2. were playing - was asking
3. were playing - asked
4. were playing - was asking

Yohannes and Omar ____ (read) a book while Carice and Liv _____ (cook) veggies.

1. read - cooked
2. were reading - were cooking
3. were reading - cooked
4. read - was cooking