Politiek examen Herhaling 2024

Politiek Deel 1
1 / 53
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Politiek Deel 1

Slide 1 - Slide

Volksvertegenwoordiging
Dagelijks bestuur
Gemeenteraad
Provinciale Staten
College van B&W
Gedeputeerde Staten
Regering
Staten Generaal
Parlement
Kabinet

Slide 2 - Drag question


1 = het parlement / de Eerste en Tweede Kamer / de Staten Generaal
2 = (het college van) Gedeputeerde Staten
3 = de gemeenteraad

Slide 3 - Open question

Maatschappelijk probleem
Je kent de vier kenmerken
Je weet hoe men (8 ) machtsmiddelen kan inzetten 
(kennis, geld, lobby)
 

Slide 4 - Slide

De 4 kenmerken van een maatschappelijk probleem zijn:

Slide 5 - Open question

Welk machtsmiddel wordt bij iedere afbeelding ingezet?
Functie/beroep
kennis
aanzien/status
overtuigings-
kracht
geld
aantal
geweld
invloedrijke mensen

Slide 6 - Drag question

Wat is een rechtstaat?
  • Een land waar de rechten en plichten van burgers en de overheid zijn vastgelegd

In een rechtstaat heb je veel rechten maar ook plichten.

  • Rechten- wat je mag doen/ waar je recht op hebt.
  • Plichten- wat je moet doen.


Slide 7 - Slide

Waar staan de belangrijke beginselen van de rechtstaat in ?
A
wetboek van strafrecht
B
wetboek van strafvordering
C
grondwet
D
burgerlijk wetboek

Slide 8 - Quiz

Wat is een rechtstaat?
A
Een land waar er censuur is en alles wordt gecontroleerd
B
Een land die in vrijheid leeft
C
Een land waar de rechten en plichten van burgers en de overheid zijn vastgelegd
D
Een land met een parlementaire democratie

Slide 9 - Quiz

In een rechtstaat is de rechterlijke macht...
A
Afhankelijk en partijdig
B
Onafhankelijk en onpartijdig
C
Afhankelijk en onpartijdig
D
Onafhankelijk en partijdig

Slide 10 - Quiz

Om lid te kunnen worden van de EU moet een land een democratie en een rechtstaat zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Parlementaire democratie
  1. vrije en geheime verkiezingen
  2. algemeen kiesrecht
  3. politieke macht bij het parlement
  4. besluiten zijn democratisch
  5. Grondwet
  6. Scheiding der machten 

Slide 12 - Slide

Wat is het juiste antwoord?
A
Machtenscheiding
B
Persvrijheid
C
Algemeen kiesrecht
D
Vrije verkiezingen

Slide 13 - Quiz

Trias Politica, drie machten:
wetgevende
uitvoerende
rechterlijke
wie?
wie?
wie?
wat ze doen:
wat ze doen:
wat ze doen:
wetten handhaven
parlement
rechters
zij die de wet overtreden bestraffen
wetten maken
de overheid

Slide 14 - Drag question

Dictatuur
- 1 persoon of 1 partij heeft alle macht
- geen democratie en geen rechtstaat
- Bevolking heeft geen politieke grondrechten
- Er is geen vrije pers
- Politie en leger hebben grote rol

Slide 15 - Slide

Wat is het verschil tussen een rechtsstaat en een dictatuur?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Politieke partijen
- Progressief/conservatief
- Links/midden/rechts
- Politieke stromingen

Slide 19 - Slide

Politieke partijen
Links: SP/DENK/GL/PVdD/PVDA
Midden: D66/50plus/CDA/CU
Rechts: VVD/SGP/FvD/PVV

Slide 20 - Slide

Wie is lijsttrekker van welke politieke partij?

Slide 21 - Drag question

Zet de politieke partijen op de juiste plaats
Links
Rechts

Slide 22 - Drag question

Politieke Stromingen
Sociaal-Democratie

  • Waarden: gelijkheid, solidariteit

  • Doel: eerlijke verdeling van inkomens, bescherming van de kwetsbaren. 

  • Komen op voor: mensen met weinig geld en minder kansen. 

  • Rol van de overheid: actief, ongelijkheid tegengaan!

SP, PvdA, GroenLinks, Denk
Liberalisme

  • Waarden: vrijheid 

  • Doel: vrijheid voor mensen om te doen en laten wat ze willen, en bescherming hiervan.

  • Komen op voor: werkende burgers, ondernemers en bedrijven.

  • Rol van de overheid: passief: alleen zorgen voor veiligheid

VVD, PVV, D66

Slide 23 - Slide

Politieke Stromingen
Christen-Democratie

  • Waarden: geloof, naastenliefde

  • Doel: respect voor de bijbel, een samenleving waar mensen voor elkaar zorgen. 

  • Komen op voor: gezinnen met kinderen en christelijke instanties (scholen, kerken...)

  • Rol van de overheid: beperkt: alleen als er geen andere hulp is.

ChristenUnie, SGP, CDA
Ecologische stroming

  • Waarden: duurzaamheid, milieuvriendelijk 

  • Doel: natuur en milieu worden zo min mogelijk aangetast door de mens. 

  • Komen op voor: dier, mens en natuur


  • Rol van de overheid: actief: bedrijven moeten duurzamer worden, zelfs als het slecht is voor de economie. 
GroenLinks, PvdD

Slide 24 - Slide

Politieke Stromingen
Nationalisme

  • Waarden: onafhankelijkheid, vaderlandsliefde

  • Doel: Nederland moet uit de Europese Unie, belang van eigen volk belangrijkst!
 
  • Komen op voor: de eigen bevolking. 

PVV, FvD
- Extremisme
- Haat en angstgevoelens
- Tegen democratie

- Populisme
- Wil van het volk
- Vaderlandsliefde
PVV, FvD

Slide 25 - Slide

Christelijke stroming

Sociaal democraten
Populisme

Liberalisme

Slide 26 - Drag question

Liberalisme

Socialisme
Populisme
Christendemocratische stroming
Ecologische stroming

Slide 27 - Drag question

Liberalisme
Sociaaldemocratie
Christendemocratie
Rechts-extremisme
Ecologische stroming
Populisme
Economische vrijheid
Particulier initiatief
Deregulering
Opkomen voor zwakkeren
Gelijkwaardigheid
Bijbelse waarden
Rentmeesterschap
Gespreide verantwoordelijkheid
Vrijemarkteconomie
Milieuvriendelijk en duurzaam produceren
Geen aantasting natuur en milieu
Gericht op geweld
Superioriteit eigen groep
Actieve overheid
Stijl van politiek bedrijven
Richt zich op massa van bevolking

Slide 28 - Drag question

Welke politieke stroming past bij de uitleg?
Uitleg
Politieke stroming
Politieke groep die vindt dat ieder mens zoveel mogelijk vrijheid moet hebben.
Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil verkleinen door sociale wetten.
Politieke groep waarbij mensen hun ideeën over politiek, onderwijs etc. baseren op hun godsdienst
Liberalen
Sociaaldemocraten
Christen-democraten

Slide 29 - Drag question

Bij welke politieke stroming horen de partijen.
Sleep het plaatje naar het juiste hokje.
Liberalisme
Christen-democratie
Sociaal-democratie

Slide 30 - Drag question

Wat is de juiste volgorde van de kabinetsformatie?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
De formatie
Benoeming ministers en staatssecretarissen
Tweede Kamer verkiezingen
Beëdigd door de koning

Slide 31 - Drag question

Verloop van de kabinetsformatie
DE VIER FASES: 
  1. Onderzoek (informateur)
  2. De informatie (coalitie, regeerakkoord)
  3. De formatie (formatie, min pres)
  4. De beëdiging (koning)

Slide 32 - Slide

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde

Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Stap 4:
Stap 5:
Stap 6:
Stap 7:
Stap 8:
Er worden verkiezingen georganiseerd
De zetels worden verdeeld onder de partijen
Er wordt een informateur aangesteld
De informateur gaat op zoek naar partijen die samen de meerderheid kunnen vormen: de coalitie
De informateur en de coalitie stellen een regeerakkoord op
Er wordt een formateur aangesteld
De formateur gat binnen de coalitiepartijen op zoek naar geschikte kabinetsleden, wordt later zelf minister-president
De koning benoemt de kabinetsleden

Slide 33 - Drag question

De oppositie bestaat uit:
A
de politieke partijen die niet in de regering zitten
B
hulpministers
C
het staatshoofd en de ministers
D
de koning

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Video

Parlement
Kabinet
Kabinet EN Parlement
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Verantwoording afleggen
Ministers
Kamerleden
Staatssecretarissen
Controlerende taak
Geen oppositiepartijen
Ministeriële verantwoordelijkheid
Motierecht
Recht van amendement
Eerste Kamer
Regeerakkoord
Tweede Kamer
Recht van interpellatie
Budgetrecht
Volksvertegenwoordiging
Formatie
Coalitie- en oppositie
Wetgevende taak
Wetsvoorstellen indienen

Slide 36 - Drag question

Slide 37 - Slide

Bij wat voor functie past deze taak van de koning?

'Op Prinsjesdag leest hij de troonrede voor'
A
ceremoniële functie
B
symbolische functie
C
representatieve functie

Slide 38 - Quiz

Taken Koning
  • Handtekening zetten
  • Troonrede voorlezen
  • Beëdigen ministers en staatssecretarissen
  • Overleg voeren met minister president
  • Ons land vertegenwoordigen

Slide 39 - Slide

Trias Politica

  • "Scheiding der drie machten":
    1. Wetgevende macht
    2. Uitvoerende macht
    3. Rechtgevende macht
  • Om misbruik te voorkomen

Slide 40 - Slide

Rechten van het parlement
Rechten bij de wetgevende taak
  • Stemrecht
  • Recht van initiatief
  • Recht van amendement

Slide 41 - Slide

Rechten van het parlement
Rechten bij de controlerende taak:
  • Vragenrecht
  • Recht van interpellatie
  • Recht van onderzoek
  • Budgetrecht
  • Recht van motie

Slide 42 - Slide

Besluitvormingsproces
Op It's Learning kan je bij de bronnen een tool vinden om het besluitvormingsproces te oefenen

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Invloed van burgers


• Petitie indienen
• Burgerinitiatief indienen
• Een verzoek voor een referendum indienen
• De media inschakelen
• Een klacht of bezwaarschrift indienen
• De Nationale Ombudsman inschakelen






Slide 45 - Slide

Referendum
Voordelen: Verkleinen kloof politiek-inwoners, direct invloed, meer draagvlak

Nadelen: Politici buiten spel, raadgevend, kost tijd en geld, ingewikkeld, keuze tussen ja en nee (ligt soms lastiger)


Slide 46 - Slide

Pressiegroepen
Groepen die bepaalde belangen nastreven en die de politieke besluitvorming proberen te beïnvloeden.

Machtsmiddelen: Kennis, Grootte van de groep, Geld, Formele, wettelijke mogelijkheden, Toegang tot de media, Toegang tot politici, Een aansprekende leider, Zitting hebben in een bestuur of adviesorgaan.


Slide 47 - Slide

Toetreden EU
Een land dat lid wil worden moet:
• in Europa liggen;
• een democratie zijn;
• een rechtsstaat zijn;
• de mensenrechten garanderen;
• een goed draaiende markteconomie hebben.

Slide 48 - Slide

Buitenlands beleid (bv migratie)
Milieuwetgeving
Justitie
Economische samenwerking
Rechten van consument (productverbetering)
Europees burgerschap
Voordelen EU

Slide 49 - Slide

Europese Unie heeft niet alleen maar voordelen; 
  • Weinig democratische controle door de burgers
  • Politieke besluitvorming is ingewikkeld (27 landen)
  • Invloed van Nederland verminderd (groei EU)
  • EU beperkt zelfstandigheid van lidstaten.

Dit laatste heeft ook gezorgd voor de Brexit, zo maakt GB weer hun eigen wetten en regels.
Kritiek op de EU

Slide 50 - Slide

De vijf politieke functies van de media

• Agendafunctie.
• Informatieve functie.
• Meningsvormende functie.
• Controlerende functie.
• Spreekbuisfunctie.

Slide 51 - Slide

Individuele functies media

  • Informatieve functie
  • Educatieve functie
  • Opiniërende functie
  • Amuserende functie
  • Sociale functie 
Aantekening voor het examen

Slide 52 - Slide

Aan de slag

  • Oefen met de eindexamensite 
  • Ga naar It's Learning en maak de oefeningen (klik op de links)
  • Pak een examen en oefen daarmee
  • Pak een spel en oefen! 

Slide 53 - Slide