Paragraaf 6.4

-4- -5 =
A
1
B
-9
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

-4- -5 =
A
1
B
-9

Slide 1 - Quiz

14+ -7
A
21
B
7

Slide 2 - Quiz

12- -6+ -8
A
26
B
-2
C
10

Slide 3 - Quiz

-3 x (-4- -7) -9 =
A
0
B
-41
C
18
D
-18

Slide 4 - Quiz

12- -7 x -4
A
30
B
-76
C
-16
D
40

Slide 5 - Quiz

paragraaf 6.4
negatieve breuken

Slide 6 - Slide

leerdoelen
• ik weet wat ik met negatieve breuken moet doen 
• ik weet wat een deelstreep betekent

Slide 7 - Slide

Deelstreep

Slide 8 - Slide

reken uit

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Huiswerk donderdag
35, 36, 37, 38 


Toets week 2: Dinsdag 29 maart 09.00
Hoofdstuk 6: Paragraaf 6.1 t/m 6.5

Slide 11 - Slide

optellen en aftrekken met negatieve breuken
• eerst maak je de breuken gelijknamig 
• daarna kan je optellen en aftrekken 
• dezelfde regels voor optellen en aftrekken gelden zoals je geleerd hebt

Slide 12 - Slide

bijvoorbeeld

Slide 13 - Slide

negatieve breuken vermenigvuldigen
• teller x teller 
• noemer x noemer 
• denk aan de regels van het vermenigvuldigen met negatieve getallen

Slide 14 - Slide

hoe moet dit dan?

Slide 15 - Slide

Paragraaf 6.4 afronden
40, 41, 42, 44, 45, 46

Slide 16 - Slide