Sport treiben und Baden Württemberg

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Baden Württemberg

1. Ik kan typische sporten en vrijetijdsbestedingen uit het Bundesland Baden-Württemberg beschrijven en bespreken.

2. Ik weet welke Duitse woorden bij sporten en vrijetijdsbestedingen horen. 

Welke Duitse woorden over sport of hobby weet je al?

Sport oder Hobby

Kijk naar de film

Let op welke plekken je in de film ziet. Bij de open vraag noteer je maximaal 6 plekken.

Gebruik deze link https://www.rondreis.nl/blog/bestemmingen/de-15-mooiste-plekken-van-baden-wurttemberg/ om de antwoorden te noteren.

Hausaufgaben Trabitour

Wortschatz und lesen:

Aufgaben 2 - 4 - 5 - 6 im Arbeitsbuch, Seite von 116 bis 119

Was kann man in der Natur tun?

1. wandern
2. klettern
3. Rad fahren
4. Wasserski fahren

Welche Kulturhobbys siehst du im Film?

Waar ligt het Zwarte Woud?

Waar ligt Bodensee?

Wo liegt die Hauptstadt Stuttgart?

Burg Hohenzollern

Gebruik de woordenlijsten uit Trabitour, Seite 142 und 143. Noteer in het Duits wat jouw hobby is.

mein Hobby

Hausaufgaben Trabitour

Wortschatz und lesen:

Aufgaben 16 - 17 im Arbeitsbuch, Seite 124 und 125

Aufgaben 25 - 28 - 32 im Arbeitsbuch, Seite 130, 131 und 135

Was ist das in der Abbildung?

Met welke sporten in Duitsland kun je geld verdienen? (noteer 5 sporten)

Wintersport

1. In welchen Monaten schneit es?

2. Wo liegen die Berge um Ski zu fahren oder Snowboarden?

3. Lees het artikel via deze link:

https://www.snowplaza.de/weblog/52725-schwarzwald-im-winter-aktivitaeten-und-ausflugsziele-im-freien/

4. Kies 4 tussenkoppen uit die jij interessant vindt. 

5. Noteer op de volgende sheet de vertalingen in het Nederlands van de gekozen tussenkoppen.

Noteer op de volgende sheet de vertalingen in het Nederlands van de gekozen tussenkoppen.

Tips bij het kijken

1. Instellingen: afspeelsnelheid op 0,75

2. Bij de vragen wordt een stoptijd aangegeven, zodat je het antwoord in voorgaande scene gezien en gehoord hebt.

Kijk tot 00:39 Welke vogel zit in de klok

1. Arend
2. Kievit
3. Koekoek
4. Mus

Kijk tot 00:56 In welk jaar is het familiebedrijf begonnen met de koekoeksklok te maken?

1. 1948
2. 2001
3. 1920
4. 1894

Kijk tot 001:25 Wat betekent altmodisch und modern?

1. hip en modern
2. ouderwets en modern
3. traditioneel en hip
4. traditie en modern

Kijk tot 01:58 Waarom schrokken de Duitsers van de moderne look?

1. Duitsers houden van tradities.
2. Duitsers willen dat de klokken Duitsland blijven.
3. Duitsers vinden de moderne uitstraling lelijk.
4. Duitser zijn blij met de koekoek.

Tips bij het kijken

1. Instellingen: afspeelsnelheid op 0,75

2. Ondertiteling aan

3. Bij de vragen wordt een stoptijd aangegeven, zodat je het antwoord in voorgaande scene gezien en gehoord hebt.

Kijk tot 00:09 Wie spät ist es?

Kijk tot 00:30 Wie spät ist es?

Kijk tot 00:51 Hoe heet het bedrijf en hoe lang bestaat het?

1. Anton Schneider und 100 Jahre lang
2. Familie Anton und 160 Jahre lang
3. Familie Anton und 100 Jahre lang
4. Anton Schneider und 160 Jahre lang

Kijk tot 01:10 Uit hoeveel onderdelen bestaat de klok?

1. sieben
2. vier
3. hundert
4. acht

Kijk tot 2:02 Hoe maakt de koekoek het geluid?

1. Doordat de koekoek een mooi zangstem heeft.
2. Doordat de koekoek aan zijn staart getrokken wordt.
3. Doordat de luchtpijpen gaan bewegen.
4. Doordat de luchtpijpen aan tandwielen verbonden zijn.

Kijk tot 03:42 Hoe maakt men de houtversiering?

1. Met een handzaag.
2. Met een sjabloon, machinale figuurzaag, beitel en laklaag.
3. Met een sjabloon en een handzaag.
4. Met een sjabloon, beitel en machinale figuurzaag.

Kijk tot 04:50 Wie spät ist es auf der größten Kuckucksuhr der Welt?

1. Es ist ein Uhr.
2. Es ist zwei Uhr.
3. Es ist Viertel nach fünf.
4. Es ist halb eins.

schrijven en spreken

1. Ik kan iets over mijn hobby schrijven en spreken.

2. Ik weet welke Duitse woorden over sport en hobby gaan.

3. Ik weet de betekenis van bezittelijke voornaamwoorden in het Duits. 

Praktische opdracht

Ich kann ein Poster über mein Hobby schreiben als Werbung für meinen Verein oder meine Familie.

Ich kann etwas über mein Hobby erzählen.