K1 SS7 Chapter 3 E & writing

Welcome ZK1A
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome ZK1A
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond

Slide 1 - Slide

Welcome ZK1C
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond

Slide 2 - Slide

PTO 2 - Week 3 - les 1
Today's mission:
  • Grammar & writing
  • homework check

Slide 3 - Slide

Stone 7 & Stone 8
Translate the following sentences into English:

  1. Zou ik vijf apples mogen, alstublieft?
  2. Ja, natuurlijk.
  3. Hoeveel kost het?
  4. Welk eten vind je lekker?
  5. Ik vind deze maaltijd niet lekker.
  6. Het ruikt vreselijk.

Slide 4 - Slide

Vocabulary theme words D: 'flavours'
Write down four different flavours in English

Slide 5 - Slide

Today's mission
You can use some & any and plurals in a sentence.

Slide 6 - Slide

Writing & Grammar 33a - page 156

Slide 7 - Slide

Writing & Grammar 33b - page 156

Slide 8 - Slide

Writing & Grammar 33c - page 156

Slide 9 - Slide

Writing & Grammar 34 - page 157

Slide 10 - Slide

Writing & Grammar 35a - page 157

Slide 11 - Slide

Writing & Grammar 36a + b - page 158

Slide 12 - Slide

Writing & Grammar 36c - page 158

Slide 13 - Slide

Writing & Grammar 36c - page 158

Slide 14 - Slide

Writing & Grammar 37a - page 159 (=homework)

Slide 15 - Slide

Can you use some/any and plurals?

Slide 16 - Slide

Present Simple: writing
Je gaat zo in het Engels een gewone zin schrijven. Let goed op de voorwaarden:
1. Gebruik minstens 5 woorden.
2. Gebruik de present simple.
3. Gebruik een meervoud
4. Gebruik hoofdletters en punten.

Slide 17 - Slide

1. Gebruik minstens 5 woorden.
2. Gebruik de present simple.
3. Gebruik een meervoud.
4. Gebruik hoofdletters en punten.

Slide 18 - Open question

Present Simple: writing
Je gaat zo in het Engels een gewone zin schrijven. Let goed op de voorwaarden:
1. Gebruik minstens 5 woorden.
2. Gebruik de present simple.
3. Gebruik some / any.
4. Gebruik hoofdletters en punten.

Slide 19 - Slide

1. Gebruik minstens 5 woorden.
2. Gebruik de present simple.
3. Gebruik some / any.
4. Gebruik hoofdletters en punten.

Slide 20 - Open question

Homework
Study:
Grammar 7, page 156 / 181
Grammar 8, page 158 / 181
Vocabulary A, B, C & D, page178/179 


Slide 21 - Slide