2.1 A + B Product, quotiënt, som, verschil + Rekenvolgorde

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2 Rekenen

2.1 A + B Product, quotiënt, som, verschil + Rekenvolgorde

Vandaag

• 2.1 A Product, quotiënt, som en verschil.
• 2.1 B Rekenvolgorde en vermeningvuldigingspunt.
• Aan de slag. 

Hoofdstuk 2

2.1

2.2

2.3

2.4

2.5

2.6

2.7

Leerdoel

Aan het eind van de les weet je wat er bedoel wordt met product, quotiënt, som en verschil en kun je de rekenvolgorde in sommen toepassen.

2.1 A Som, verschil, product en quotiënt

Andere woorden voor wat je al weet:

• De uitkomst van optellen heet  de som. 
• De uitkomst van er af heet het verschil.
• De uitkomst van vermenigvuldigen heet het product. 
• De uitkomst van delen heet het quotiënt.

8+11=19

som

termen

12−7=5

verschil

product

factoren

quotiënt

3 x 8 = 24

24 : 3 = 8

Even oefenen:
Wat is de som van 8 en 4?

1. 32
2. 12
3. 2
4. 4

Even oefenen:
Wat is het verschil van 8 en 4?

1. 32
2. 12
3. 2
4. 4

Even oefenen:
Wat is het product van 8 en 4?

1. 32
2. 12
3. 2
4. 4

Even oefenen:
Wat is het quotiënt van 8 en 4?

1. 32
2. 12
3. 2
4. 4

2.1 B Vermenigvuldigingspunt

x wordt ∙

3⋅5

betekent

3 x 5

2.1 B Rekenvolgorde

In de wiskunde is altijd maar 1 antwoord goed.

Daarom zijn er afspraken over wat eerst uitgerekend moet worden.

Dit heet: de rekenvolgorde.

Hoe      Maken   We     Van      Die    Onvoldoendes Achten?

Haakjes

Machten

Wortels

Vermenigvuldigen

Delen

Optellen

Aftrekken

Rekenvolgorde

Even oefenen!

Pak je Chromebook erbij.

Hierna komen 3 slides met sommetjes.

Je hoeft alleen een getal in te typen.

Reken uit:

7+5⋅8=

Reken uit:
8 - 48 : 6 =

Reken uit:

(7−3)⋅6=

Aan de slag!

Maken:

2, 3, 4, 5, 6, 7, 8  9, 10, 11, 12

Schrijf de som over en zet een streep onder wat je uitrekent!