This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Waar de tekst over gaat, geformuleerd in een woord(groep): [geef antwoord in één woord]
Slide 2 - Open question
Wat hoort er niet bij globaal lezen?
A
Letten op anders gedrukte woorden (vet, cursief, groot of gekleurde woorden)
B
Intensief de hele tekst lezen
C
Titel bekijken
D
Tussenkopjes lezen
Slide 3 - Quiz
Het onderdeel van de tekst waarin je vertelt wat je wil vertellen over het onderwerp.
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 4 - Quiz
In de kern van de tekst worden meestal verschillende aspecten (kanten, delen) van het onderwerp besproken. Dit noemen we ... [geef antwoord in één woord]
Slide 5 - Open question
Tussenkopjes helpen je het beste bij
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
Slide 6 - Quiz
Wat is een hoofdgedachte?
A
In dit gedeelte van de tekst wordt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is.
B
Een (grappig) verhaaltje om de tekst mee in te leiden
C
Waar de tekst over gaat, geformuleerd in een woord(groep)
D
Waar de tekst over gaat, geformuleerd in een zin
Slide 7 - Quiz
'Frankrijk wint EK-duel van Griekenland.'
Is dit onderwerp goed geformuleerd?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Een ... verband beschrijft gebeurtenissen in een bepaalde volgorde.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 9 - Quiz
In een ... verband wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 10 - Quiz
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'ondanks dat' aan?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband
Slide 11 - Quiz
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'nadat' aan?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband
Slide 12 - Quiz
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'daarnaast' aan?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband
Slide 13 - Quiz
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'zoals' aan?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband
Slide 14 - Quiz
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'echter' aan?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband
Slide 15 - Quiz
Lees het tekstje.
Welk woord geeft een opsomming aan? (Ik bedoel niet het woordje 'en')
timer
1:00
Slide 16 - Slide
Welk woord gaf een opsomming aan?
Slide 17 - Open question
Lees het tekstje.
Welk woord geeft een tegenstelling aan?
timer
1:00
Slide 18 - Slide
Welk woord gaf een tegenstelling aan?
Slide 19 - Open question
Wat vind je het lastigst bij leesvaardigheid?
Onderwerp
Deelonderwerpen en tussenkopjes
Inleiding, middenstuk, slot
Hoofdgedachte
Tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 20 - Poll
Heb je vertrouwen in je voorbereiding voor leesvaardidheid?