Ieder getal heeft een tegengestelde.
Teken steeds een getallenlijn met daarop het getal en zijn tegengestelde.
a Wat is het tegengestelde van een schuld van 34 euro?
b Wat is het tegengestelde van een positief bedrag van 125 euro?
c Wat is het tegengestelde van +12°C?
d Wat is het tegengestelde van – 6,7°C?
e Wat is het resultaat van getal + tegengestelde?
f Wat valt je op aan de plaats van een getal en zijn tegengestelde op een getallenlijn?
g Wat is het tegengestelde van het tegengestelde van 25?
h Wat is het tegengestelde van 0?