Nederlands begrijpend lezen Black lives matter

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Wat weet je van George Floyd?

Wat gebeurt er hier?

Welke afbeelding verscheen op social media in de weken na de dood van George Floyd?

1. foto George Floyd
2. Foto met een traan
3. Rood beeld
4. Zwart beeld

Niet alle politieagenten zijn tegen de demonstraties. Welk gebaar deden sommigen?

1. knielen
2. applaudiseren
3. stille tocht
4. Ze liepen met borden: "Black lives matter".

Lezen

Lees de tekst  'Black lives matter' 

en beantwoord daarna de vragen!

Doelen van deze les:

- Jullie kunnen een tekst samenvatten

- Jullie herhalen en herkennen signaalwoorden

Waar gaat het vooral over bij het stukje 'George Floyd'?

1. GF werd gearresteerd en overleed ter plekke.
2. GF overleed doordat een agent zijn knie op zijn nek drukte.
3. Omstanders filmden de arrestatie.
4. Mensen gingen de straat op.

Waar gaat het vooral over bij het stukje 'Racisme en discriminatie'?

1. Er is verschil in racisme en discriminatie.
2. Het stukje geeft uitleg over discriminatie.
3. Het stukje geeft een samenvatting.
4. Het stukje doet een oproep om niet te discrimineren.

Waar gaat het vooral over bij het stukje 'Protest'?

1. Politiemensen protesteren
2. Wit en zwart protesteren samen
3. Mensen dragen vlaggen
4. Over de hele wereld zijn protesten.

Waar gaat het vooral over bij het stukje 'Cijfers'?

1. Rutte erkent dat er in Nederland wordt gediscrimineerd.
2. 8500 Nederlanders werden ondervraagd.
3. In Nederland wordt gediscrimineerd.
4. Het is vooral een probleem in het onderwijs.

Waar gaat het vooral over bij het stukje 'Help discriminatie de wereld uit'?

1. Je leest een samenvatting.
2. Je leest een uitleg
3. Je leest een oproep
4. Je leest een instructie

1

2

3

4

5

George Floyd wordt gearresteerd.

George Floyd overlijdt.

Omstanders filmen.

Mensen reageren geschokt.

Overal onstaan protesten.

Wat hoort in de vorige dia op het vak met ?

1. Protesten tegen racisme en discriminatie.
2. Politiemensen.
3. Politiemensen demonstreren mee.
4. De organisatie bestaat sinds 2014.

Het woord 'maar' hoort bij:

1. opsomming
2. oorzaak/gevolg
3. tegenstelling
4. waarschuwing

0

Lees r. 7/8.
Welk signaalwoord zie je staan?

Lees r. 22.
Welk signaalwoord zie je staan?

Lees r. 33/34.
Welk signaalwoord zie je staan?

Het woord 'ook' hoort bij:

1. opsomming
2. oorzaak/gevolg
3. tegenstelling
4. waarschuwing

Het woord 'daaruit' hoort bij:

1. opsomming
2. oorzaak/gevolg
3. tegenstelling
4. waarschuwing

Waar of niet waar:
8600 mensen zijn ondervraagd.

1. waar
2. niet waar

Ongeveer een kwart van de scholieren en studenten voelt zich ongelijk of negatief behandeld.

1. waar
2. niet waar

De politie heeft de arrestatie gefilmd en op social media gezet.

1. waar
2. niet waar

Wat is geen bron van deze tekst?

1. het jeugdjournaal.nl
2. ad.nl
3. nos.l
4. rijksoverheid.nl

Wat is jouw mening?