les22-jan- Chapitre 2 - C Phrases-clés -goed-1h

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour et bienvenue 

Mercredi 22 janvier 2025

1h2

Klas: 1h1

1, 2, 3

PROGRAMME

• Vocabulaire: contrôle des devoirs
• C Phrases clés et parler
• Lesevaluatie

Aan het eind van de les:

- kan ik iets bestellen in een restaurant

Vocabulaire: contrôle des devoirs

Chapitre 2: vocabulaire A et B 

1. Prenez vos cahiers et vos stylos.

2. Regarder au tableau. Faites les exercices

3. Ben jij klaar? verbeter de opdrachten m.b.v. p. 90

   Een vraag stellen in het Frans

Uitleg: Maak aantekeningen in jouw schrift

Ex. 13a (p. 70)        Een vraag stellen met een gewone zin 

Exemple:                Vous adorez la pizza.                                 Vous adorez la pizza?

Een vraag stellen in het Frans

Ex. écouter: 13b (p.70):

Zet een vraagteken achter de zinnen die vragend worden uitgesproken. zet een punt achter de andere zinnen. 

apps.noordhoff.nl

C Phrases-clés et parler - À une terrasse

ex. 13c (p. 70) : Écoute et répète 

apps.noordhoff.nl

C Phrases-clés- Jeu de rôle

Werk in tweetallen ( 3 min)

Ex. 13d (p. 70). Voer een gesprek. Éen speelt de rol van de klant en de ander de ober. wissel van rol. 

Ex. 13e (p. 70)

Jeu de rôle

Hulpmiddelen:

C Phrases-clés (p. 92)

Vertaal de volgende zinnen in het Frans

Hulpmiddelen: phrases-clés C en G (wb, p. 92)

Goedendag: 

De menukaart alstublieft!: 

Waar houd jij van?: 

Ik houd van pannenkoeken en kaas: 

Ik wil graag twee pannenkoeken alstublieft! 

Eet smakelijk:

Tot ziens

Lesevaluatie

Vertaal naar de andere taal:

Monsieur, la carte s'il vous plait.

vertaal in het Frans
De kaart, alstublieft!

Vertaal in Het Nederlands:
J'adore les crêpes!

Tu aime la pizza?

Wat zie je op het plaatje?

1. La carte
2. L'addition
3. Une entrée

Wat zie je op het plaatje?

1. un plat principal
2. un dessert
3. une boisson

create.kahoot.it

LES DEVOIRS

Révise : vocabulaire A et B (+herhalen vocabulaire A en B) (p.90)

Apprends (leren): Phrases-clés C  (p. 92)

zie Magister

Écoutez la chanson 

Luister. Noteer de namen van de fruit die je hoort en ziet op het scherm. 

Vocabulaire

Zet de onderstaande woorden in de juiste kolom. 
Maak de opdracht in jouw  schrift. 

la glace - le thé - le coca - le sandwich - la salade - la pizza -  

le fromage - le jambon - la viande - le poisson - la baguette  

J'aime...

J'adore...

Je déteste...