Ch.6, Gramm. C/Gebiedende wijs impératif

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vandaag even een testje over wat woordkennis en de grammatica. 

Ga zo naar de lessonup-app en vul de code in.

Bonne chance!

Vertaal n-f: de schoolreis

1. le voyage écolier
2. le voyage scolaire
3. le collège
4. voyager avec le prof

Vertaal n-f: terugvinden

1. repasser
2. rentrer
3. retrouver
4. rester

Vertaal n-f: de hoofdstad

1. la ville
2. le village
3. le jardin
4. la capitale

Vertaal f-n: inoubliable

1. oneerlijk
2. ontoegankelijk
3. onoverzichtelijk
4. onvergetelijk

Vertaal f-n: le peintre

1. de gids
2. de zanger
3. de schilder
4. de brug

Vertaal f-n: découvrir

1. proberen
2. ontdekken
3. vertrekken
4. sorteren

de gebiedende wijs

L'impératif

Hoe zeg je (tegen een groep) dat ze moeten stoppen met praten

1. Arrête de parler
2. Arrêtez de parler
3. Arrêtons de parlez
4. Arrêtent de parler

Zeg tegen je klasgenoot dat hij zijn huiswerk moet maken

1. Faites tes devoirs
2. fais tes devoirs
3. Fait tes devoirs
4. fais mes devoirs

Zeg tegen je klasgenoot dat hij moet gaan

1. Allez!
2. Vais!
3. Va!
4. Allons!

Zeg tegen je klasgenoot dat hij geen chocolade mag eten

1. Ne mange pas de chocolat
2. ne mangez pas du chocolat
3. manges pas de chocolat
4. ne mange jamais de chocolat

Hoe zeg je tegen je vriend:
Sluit je boek!

Snijd de kaas! ( tegen je vriend)

1. coupe le fromage
2. coupons le fromage
3. coupez le fromage
4. coupes le fromage

Drink thee! ( tegen een mevrouw)

1. bois du thé!
2. bois le thé
3. buvez le thé
4. buvez du thé