oefenen toets medicijnen

Farmacologie
Polyfarmacie quizZzZzZz

Met beloning voor de beste score!
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Farmacologie
Polyfarmacie quizZzZzZz

Met beloning voor de beste score!

Slide 1 - Slide

Welke hulpmiddelen kun je gebruiken om informatie te werven op het gebied van polyfarmacie? Meerdere antwoorden mogelijk
A
V&VN
B
Beroepscode
C
rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, RIVM
D
Nursing, VMS, instituut verantwoord medicijngebruik

Slide 2 - Quiz

Bij hoeveel procent van 75-plussers komt polyfarmacie voor?
A
12
B
34
C
51
D
64

Slide 3 - Quiz

oorzaken
polyfarmacie

Slide 4 - Mind map

Wat kunnen wij zorgvragers adviseren op het gebied van medicatieveiligheid?

Slide 5 - Open question

Hoe bewust bent u van de bijwerkingen van medicijnen die u uitgeeft?
Oriëntatie:
A
Heel bewust, ik lees altijd de bijsluiter
B
Gemiddeld, ik weet de algemene bijwerkingen van een medicijn
C
Niet, pas bij symptomen zoek ik de bijsluiter op
D
overig

Slide 6 - Quiz

Als de patiënt medicatie in een baxterrol heeft, hoef je niet te controleren. Je kunt er vanuit gaan dat het klopt.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Welke organen zijn betrokken bij de afbraak van medicijnen?
A
De lever en de nieren
B
De hersenen en de lever
C
De nieren en de hersenen
D
De huid en de darmen

Slide 8 - Quiz

Met de term wordt bedoeld: een positief effect van een middel op de mens/patient. Maar dit middel heeft GEEN werkzame bestanddelen. Het effect wordt psychisch geacht.
A
nocebo
B
placebo
C
toxicologie
D
farmacologie

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je het als twee medicijnen elkaar beïnvloeden?
A
Gewenning
B
Interactie
C
Allergie
D
Verslaving

Slide 10 - Quiz

Wanneer spreken we van de term Polyfarmacie?
A
Bij gebruik van 7 of meer medicijnen
B
Bij gebruik van 6 of meer medicijnen
C
Bij gebruik van 5 of meer medicijnen
D
Bij gebruik van 4 of meer medicijnen

Slide 11 - Quiz

Welk medicijn is géén NSAIDer?
A
Naproxen
B
Ibuprofen
C
Tramadol
D
Meloxicam

Slide 12 - Quiz

Wat is de meest voorkomende oorzaak van polyfarmacie?
Meerdere antwoorden mogelijk
A
Veel verschillende behandelaars
B
Onvoldoende periodieke medicatie beoordeling
C
Meer chronische aandoeningen op hogere leeftijd
D
Gebruik van zelfzorgmedicatie

Slide 13 - Quiz

Welke negatieve gevolgen kunnen ontstaan omtrent Polyfarmacie? Meerdere antwoorden mogelijk

A
overbehandeling als de ingenomen medicatie niet meer nodig is
B
ongunstige wisselwerking tussen medicijnen
C
onderbehandeling als er juist wel medicatie nodig is maar niet word voorgeschreven
D
leiden tot meer medicatie gebruik door bijvoorbeeld bijwerkingen van een ander medicijn te bestrijden

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide