Lynn - Instap Engels


Je krijgt eerst wat uitleg te zien.
Daarna komen enkele opdrachten.
Lees eerst goed en rustig de uitleg.
Maak dan de vragen.
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Je krijgt eerst wat uitleg te zien.
Daarna komen enkele opdrachten.
Lees eerst goed en rustig de uitleg.
Maak dan de vragen.

Slide 1 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een mens, dier, ding.

Slide 2 - Slide

Personal Pronouns

(persoonlijke voornaamwoorden)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

____ (ik) am not hungry
A
I
B
You
C
We
D
They

Slide 5 - Quiz

___ (wij) are going to the mall.
A
she
B
they
C
We
D
you

Slide 6 - Quiz

____ (jij) are playing games.
A
he
B
they
C
she
D
you

Slide 7 - Quiz

____ (zij) are eating food.
A
you
B
they
C
she
D
we

Slide 8 - Quiz


De volgende slide bevat een sleepvraag.
Je gaat twee dingen met elkaar verbinden.
Doe dit door een antwoord op een ander 
antwoord te plaatsen

Slide 9 - Slide

Personal Pronouns
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij
Wij
Zij 
Ik
Jullie
Hij
Zij (vrouw)
Het

Slide 10 - Drag question


Van de volgende opdrachten heb je géén uitleg gekregen.
Ik ben benieuwd of je toch al wat antwoorden weet! 

Slide 11 - Slide

Vul het goede persoonlijke voornaamwoord in:
Peter loves ____ (Anne)
A
her
B
his
C
you
D
we

Slide 12 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord:
Do you like your girlfriend? Do you like .....?
A
she
B
he
C
him
D
her

Slide 13 - Quiz

We gave him the money and he gave .......... the candy.
A
him
B
them
C
her
D
us

Slide 14 - Quiz

They were really angry at .....(we)
A
us
B
them
C
her
D
him

Slide 15 - Quiz

My mom doesn't like ....(they)
A
us
B
them
C
her
D
him

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video



Slide 18 - Slide

Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Sauce
fish
Flour
Bread
Chips

Slide 19 - Drag question

Je gaat zometeen kijken naar een korte video.
Daarna wordt er een vraag gesteld over de video.

Bekijk de video en probeer zoveel mogelijk 
te onthouden van wat je ziet.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Noteer 4 dingen die Mr. Bean heeft gekocht. Noteer je antwoord in het Nederlands.

Slide 22 - Open question

Probeer het nu zelf!

  • maak je eigen shopping list.
  • schrijf alle ingrediënten op die je nodig hebt voor jouw favo eten!
  • schrijf minimaal 5 ingrediënten op.
  • schrijf de ingrediënten op in het Engels (je mag ze opzoeken!)

Slide 23 - Slide

maak hier je lijstje

Slide 24 - Open question

Pasta
noodles
potatoes
vegetables
meat
sandwich

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Video

What can you put on your scone?
A
jam
B
cream
C
jam and cream
D
chocolate sprinkles

Slide 27 - Quiz


What's English for 'boerenkool'
A
curly kale
B
curly cabbage
C
farmer's cabbage
D
green cabbage

Slide 28 - Quiz

What's English for 'spinazie'
A
Popeye's veggies
B
spinach
C
spinacy
D
strong greenies

Slide 29 - Quiz

What's English for 'bloemkool'?
A
flower cabbage
B
flower kale
C
cauliflower
D
edible flower

Slide 30 - Quiz

'I really love seafood. Which main course do you suggest?'
A
Tomato salad
B
Vegetable pasta
C
Chicken sandwich
D
Grilled fish and potatoes

Slide 31 - Quiz

Give the English word for 'citroen'

Slide 32 - Open question

give the English word for 'aardbei'

Slide 33 - Open question

give the English word for 'knoflook

Slide 34 - Open question


Give the English word for 'druif'

Slide 35 - Open question