This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 8 Getallen
- Duizend, miljoen, miljard
- Opslagcapaciteit
- Wetenschappelijke notatie
- Tijd
- Snelheid
- Verhoudingen
Laptop opstarten!
Slide 1 - Slide
Schrijf het getal 36,9 miljoen met alleen cijfers.
Slide 2 - Open question
Schrijf het getal 167 miljard met alleen cijfers.
Slide 3 - Open question
Schrijf het getal 19,74 miljard met alleen cijfers.
Slide 4 - Open question
Schrijf het getal 52 000 000 met het woord miljoen.
Slide 5 - Open question
Schrijf het getal 32 700 000 000 met het woord miljard.
Slide 6 - Open question
Schrijf het getal 1 500 000 met het woord miljoen.
Slide 7 - Open question
Laptop wegstoppen!
Slide 8 - Slide
Wetenschappelijke notatie
Bij het filmpje op de volgende dia heb je een rekenmachine en wisbordje nodig
Slide 9 - Slide
getalenruimte.digitaal.noordhoff.nl
Slide 10 - Link
Maak opdracht 26 en 31 (blz.118)
Slide 11 - Slide
Wetenschappelijke notatie met kleine getallen
Bij dit filmpje heb je een rekenmachine en een wisbordje nodig
Slide 12 - Slide
getalenruimte.digitaal.noordhoff.nl
Slide 13 - Link
Maak opdracht 26, 31, 36, 38 en 39 (H8: blz.122)
Heb je je praktische opdracht al af? Anders deze ook afmaken (ELO wiskunde - periode 4 - week van het geld)
Klaar? laptop vast opstarten LessonUp
Slide 14 - Slide
Rekenen met tijden
- LessonUp: Tijden omrekenen en Verhaaltje met tijden
- Opdrachten maken in je boek
Laptop opstarten!
Slide 15 - Slide
Hoeveel minuten is 0,5uur?
A
50
B
5
C
30
D
90
Slide 16 - Quiz
3,2 uur = ...uur en ...minuten
Slide 17 - Open question
12,4uur = ...uur en ...minuten
Slide 18 - Open question
16,25 jaar = ...jaar en ...maanden
Slide 19 - Open question
14,4 dagen = ...dagen, ...uur en ...minuten
Slide 20 - Open question
Janneke gaat op de fiets naar haar vriendin. Ze heeft om 11:00 uur met haar afgesproken. Ze fietst 12 km. Ze vertrekt om 10:18 uur. Janneke fietst gemiddeld 16 km per uur. Hoeveel minuten doet Janneke over haar fietstocht?
Slide 21 - Open question
Laptop wegstoppen!
Slide 22 - Slide
Maak opdracht 46 en 48 (blz.127)
Slide 23 - Slide
Ticket
a) Schrijf het getal 1,3 miljard voluit in cijfers.
b) Schrijf het getal 1 700 000 000 in de wetenschappelijke notatie.
Slide 24 - Slide
Rekenen met snelheid
- Snelheden omrekenen
- Rekenen met snelheden
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Reken om: gebruik je wisbordje
35 m/s = ... km/u
62 km/u = ... m/s
Slide 27 - Slide
Opgave samen
Roland schaatst de 500 meter in 44,8seconden.
Bereken zijn snelheid in m/s.
Hoeveel km/u is dat?
Slide 28 - Slide
Opdracht op wisbordje:
Er is een hardloopwedstrijd. Saskia loop een gemiddelde snelheid van 3,5m/s.
a) Hoeveel km/uur is dat?
b) Saskia loopt 20 km. Bij de start staat haar stopwatch op 00:00:00. Welke tijd staat er op haar stopwatch als zij over de finish gaat?
Slide 29 - Slide
Maken 55 t/m 60 blz.119
Slide 30 - Slide
Maak opdracht 60 en 61 (blz.132)
Klaar?
- Heb je de PO Week van het geld al ingeleverd op de ELO?
- Heb je nog een wiskundetoets in te halen?
- Heb je nog werk te doen voor een ander vak?
timer
7:00
Slide 31 - Slide
8.5 Verhoudingen
Voorbeelden in praktijk:
- Verf mengen
- Drankjes maken
- Beton maken
- Opdrachten maken
Slide 32 - Slide
Lentebloesem
Lentebloesem is een koel drankje. Je maakt dit met:
- 4 delen appelsap
- 1 deel citroensap
- 1 deel grenadine
Ik wil graag 1500ml lentebloesem maken.
a) Hoeveel ml heb ik nodig van alle ingrediënten?
b) Hoeveel procent grenadine zit er in lentebloesem?
Slide 33 - Slide
Donkergroene verf
- 3 delen blauw
- 1 deel zwart
- 4 delen geel
We gaan 2 liter donkergroene verf maken.
a) Hoeveel liter gele verf hebben we nodig?
b) Bereken het percentage blauwe verf.
Slide 34 - Slide
Ontkalkingsmiddel met water
Verhouding 2 : 13
a) We hebben nog 60ml ontkalkingsmiddel. Hoeveel ml water moet erbij?
b) Hoeveel procent van het mengsel is water?
Slide 35 - Slide
Maken opdracht 67, 69, 70 (blz.126)
Slide 36 - Slide
D-toets maken
Keuze:
- Zelf in boek alle opdrachten D-toets maken (blz.133)
- D-toets via LessonUp
Slide 37 - Slide
Schrijf 107,5 miljard met alleen cijfers.
Slide 38 - Open question
Schrijf 35 500 000 000 met het woord miljoen of miljard.
Slide 39 - Open question
8,5 MB = ...kB 500 000 GB = ...PB 2,2 TB = ...MB
Slide 40 - Open question
Schrijf het getal 18900000 in de wetenschappelijke notatie.
Slide 41 - Open question
Schrijf het getal 570000 in de wetenschappelijke notatie.
Slide 42 - Open question
Schrijf voluit 4,56 x
106
Slide 43 - Open question
Schrijf voluit 6,7 x
10−9
Slide 44 - Open question
Schrijf als wetenschappelijk notatie 0,00000000023
Slide 45 - Open question
Bereken. Schrijf de uitkomst in de wetenschappelijke notatie. Rond af op één decimaal. =
8754323
Slide 46 - Open question
4,2 uur = ... uur en ...minuten
Slide 47 - Open question
75,7 dagen = ...dagen, ...uren, ...minuten
Slide 48 - Open question
3,35 jaren = ...jaren, ...dagen, ...uren
Slide 49 - Open question
Maaike heeft om 20.00uur afgesproken met haar vriendin. Ze moet 10,8km fietsen. Ze vertrekt om 19.25uur. Ze fietst 18km/u. Komt ze op tijd?
Slide 50 - Open question
Shura Deriba loopt de halve marathon van Egmond. Zij loopt de 21,1 km in een tijd van 01:13:22. Bereken haar gemiddelde snelheid in m/s. Rond af op twee decimalen.
Slide 51 - Open question
Nelson loopt de 10 km met een snelheid van 4,2 m/s. Hij zet eerst zijn stopwatch op 00:00:00. Welke tijd staat er op de stopwatch bij de finish?
Slide 52 - Open question
Oranje verf kan je maken met 4 delen gele verf, 2 delen rood en 1 deel witte verf. Chantal heeft nog 600ml gele verf. Laat met een berekening zien of zij 1 liter oranje verf kan maken.
Slide 53 - Open question
Oranje verf kan je maken met 4 delen gele verf, 2 delen rood en 1 deel witte verf. Bereken het percentage rode verf.