This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Geluidssterkte
Slide 1 - Slide
Geluid is een trilling
Een snaar van een viool of een piano trilt. Hierdoor gaan de wanden mee trillen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Geluidsterkte
Als je tegen een stemvork
aanslaat dan trilt deze.
Deze begin uitslag noemen we amplitude.
Als de amplitude groter is dan betekent dit dat het geluid luider is
Slide 4 - Slide
Geluid
1 hele golf = 1 trilling.
1 hele golf is van top tot top.
Slide 5 - Slide
Geluidssterkte
Bedacht door Alexander Bell (ook uitvinder van de telefoon)
Geeft aan hoe hard het geluid is.
De geluidsterkte meet je in decibel (dB)
Dit meet je met een decibelmeter.
Slide 6 - Slide
Geluidsterkte
Geluidssterkte meet je in decibel. Dit schrijf je als dB.
De gehoordrempel is het moment wanneer geluid hard genoeg is om te horen.
Slide 7 - Slide
Eenheid
Decibel Symbool: dB
Slide 8 - Slide
Drie vragen:
Waarmee kun je geluidssterkte meten?
Wat wordt er bedoeld met dB (A) en wat is het verschil met dB?
Bij hoeveel dB is er direct gehoorschade.
timer
5:00
Slide 9 - Slide
Schadelijk geluid
Schadelijk geluid: zeker bij geluidsterktes boven de 140 dB(A). Ook schadelijk bij regelmatige en/of langdurige blootstelling van geluidsterktes vanaf 80 dB(A).
Speel af
Slide 10 - Slide
Geluidsterkte
Geluidsterkte wordt aangegeven met de eenheid Decibel (dB of dB(A)).
De (A) in dB(A) betekent dat er rekening wordt gehouden met het menselijk gehoor.
Geluidsterkte meet je met een decibel-meter.
Het zachtste geluid wat je kunt horen heet de gehoordrempel. Deze is 0 dB(A).
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Geluidsisolatie
Bij bron: isolatie om de machine en op rubberen noppen zetten.
Bij de ontvanger: oordopjes opwerkplek boven 85 dB(A)