This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Terugblik vorige les met 4 vragen
Slide 1 - Slide
Hoe heet het uitgeven van aandelen door een bedrijf?
A
Koersen
B
Emitteren
C
Garanderen
D
Dividend
Slide 2 - Quiz
Hoe noem je de waarde van het aandeel die op het aandeel zelf staat?
A
Nominale waarde
B
Nummerieke waarde
C
Koerswaarde
D
Emissiekoerswaarde
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je de waarde waarvoor je een al bestaand aandeel kan kopen?
A
Nominale waarde
B
Nummerieke waarde
C
Koerswaarde
D
Emissiekoerswaarde
Slide 4 - Quiz
Een nv wil €2 miljoen euro binnen krijgen door een aandelen emissie. De nominale waarde van een aandeel is €30,- en de agio is €20,-. Hoeveel aandelen moet de nv verkopen?
A
66.667
B
200.000
C
40.000
D
100.000
Slide 5 - Quiz
Reserves
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Herwaarderingsreserve
Hoe verwerken we de waardestijging op de balans?
Slide 27 - Slide
Herwaarderingsreserve
Hoe verwerken we de waardestijging op de balans?
gebouw + € 60.000
herwaarderingsres. + € 60.000
Slide 28 - Slide
Aan de slag!
Maken opgave 16.12 t/m 16.14
Slide 29 - Slide
Intrinsieke waarde = eigen vermogen
eigen vermogen = G.A.K. + agio reserve + onverdeelde winst
dus intrinsieke waarde per aandeel is ...
Slide 30 - Slide
Voorbeeld
Bereken het eigen vermogen
Bereken het aantal geplaatste aandelen
Bereken de intrinsieke waarde per aandeel
Slide 31 - Slide
Uitwerking
Bereken het eigen vermogen = 2.500.000+800.000 = 3.300.000
Bereken het aantal geplaatste aandelen = 2.500.000/10 =250.000
Bereken de intrinsieke waarde per aandeel= 3.300.000/250.000 = € 13,20