Politiek- Laatste les maatschappijleer

Klaar voor de laatste les?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Klaar voor de laatste les?

Slide 1 - Slide

Attentie!

De laatste paragraaf
  3.7 Gemeente & provincie blijft over voor zelfstudie! 

Doorlezen..
timer
6:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is een democratie?
A
Een bestuursvorm waarbij de macht in handen is van één persoon
B
Een bestuursvorm waarbij het volk invloed heeft op de politiek
C
Een land waar alle mensen politici zijn
D
Een land waar men via de media de politiek kan controleren

Slide 4 - Quiz

Wat is een indirecte democratie
A
Wij (burgers) kiezen in NL volksvertegenwoordigers die voor ons de besluiten nemen
B
Wij (burgers) stemmen middels referenda welke wetten er wel/ niet moeten komen
C
Wij (burgers) kunnen via de media druk uitoefenen op onze volksvertegenwoordigers
D
Wij (burgers) denken over politieke thema's na

Slide 5 - Quiz

Waaruit bestaat het Nederlandse Parlement?
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
De koning en ministers
C
Ministers en ambtenaren
D
De minister President en staatssecretarissen

Slide 6 - Quiz

Waaruit bestaat de Nederlandse regering
A
Burgers + koning
B
Tweede kamer + minister president
C
Eerste kamer + ambtenaren
D
Koning + ministers

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de twee belangrijkste TAKEN van het parlement?
A
Controlerende en wetgevende taak
B
Controlerende en rechtsprekende taak
C
D
Uitvoerende en rechtsprekende taak

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je het recht die Tweede Kamerleden inzetten als zij een wetsvoorstel indienen?
A
Stemrecht
B
Recht van amendement
C
Initiatiefrecht
D
Recht van een motie

Slide 9 - Quiz

Welke andere twee rechten hebben Tweede Kamerleden?
(denkend aan de wetgevende taak)
A
Stemrecht & recht van amendement
B
Motierecht & recht van interpellatie
C
Recht van interpellatie & vragenrecht
D
Vragenrecht & stemrecht

Slide 10 - Quiz

Wie vormen samen het kabinet?
A
Minister president en de Tweede Kamer
B
Koning + ministers
C
De Tweede + Eerste Kamer
D
Ministers en alle staatssecretarissen

Slide 11 - Quiz

Wat is de Triaspolitica?
A
Machtenscheiding
B
Kenniseconomie
C
Alles wat met politiek te maken heeft
D
Machtsmonopolie

Slide 12 - Quiz

Uit welke drie onderdelen bestaat de triaspolitica?
A
Wetgevende, uitvoerende, informerende macht
B
Uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht
C
Informerende, uitvoerende en rechterlijke macht

Slide 13 - Quiz

Linkse politieke partijen vinden belangrijk:
A
Gelijkheid. De overheid moet opkomen voor zwakkere in de samenleving
B
Vrijheid. De overheid moet zich zo min mogelijk met de burger bemoeien

Slide 14 - Quiz

Rechtse politieke partijen vinden belangrijk:
A
Vrijheid. De overheid moet zich zo min mogelijk met de burger bemoeien
B
Gelijkheid. De overheid moet opkomen voor zwakkere in de samenleving

Slide 15 - Quiz

Wat is het recht van persvrijheid?
A
De vrijheid van drukpers, de vrijheid om gevoelens/gedachtes openbaar te kunnen maken
B
De vrijheid van politici om politieke agendapunten te delen in de krant
C
De vrijheid van burgers om je aan te sluiten bij een politieke partij naar keuze
D
De vrijheid van burgers om te stemmen op wie je wilt

Slide 16 - Quiz

Wat is passief kiesrecht?
A
Het recht om te mogen stemmen
B
Het recht om jezelf verkiesbaar te stellen
C
Het recht om een politieke partij op te richten
D
Het recht om te debatteren

Slide 17 - Quiz

Op prinsjesdag..
A
Stelt de koning vast wat de plannen zijn voor het komend jaar
B
Leest de koning de troonrede voor, daarin staan de plannen van het kabinet
C
Wordt het regeerakkoord openbaar gemaakt en bekrachtigd door de 1e kamer
D
Onderhandelen de grootste partijen om een nieuw kabinet te vormen

Slide 18 - Quiz

De gemeenteraad kan vergeleken worden met de landelijke;
A
Tweede Kamer
B
Eerste Kamer
C
Regering
D
Minister-president

Slide 19 - Quiz

Tijd om te chillen!




Neem de samenvatting nog even door!
timer
8:00

Slide 20 - Slide