What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
"Trema en Koppelteken" H5 "Nieuw Nederlands" Klas 2
Spelling H5
Trema en Koppelteken
Blz. 193
"Nieuw Nederlands, klas 2"
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling H5
Trema en Koppelteken
Blz. 193
"Nieuw Nederlands, klas 2"
Slide 1 - Slide
koppelteken
Samenstellingen schrijf je in principe aan elkaar.
bijvoorbeeld:
voetbal + competitie = voetbalcompetitie
tentamen + stress = tentamenstress
Slide 2 - Slide
koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken als er
klinkers botsen
, die ook samen een klank kunnen vormen.
bijvoorbeeld:
auto + ongeluk = auto-ongeluk
Slide 3 - Slide
koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken als er
3 dezelfde medeklinkers naast elkaar staan.
bijvoorbeeld:
business + strategie = business-strategie
Slide 4 - Slide
koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij
bijzondere woordcombinaties
bijvoorbeeld:
doe het zelf + zaak =
doe-het-zelfzaak
( Je schrijft de samenstelling met deze combinatie dan wel vast aan de combinatie)
Slide 5 - Slide
koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij
letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en St. of Sint
bijvoorbeeld:
A4-tje
Slide 6 - Slide
koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij
aardrijkskundige namen
bijvoorbeeld:
Zuid + Holland = Zuid-Holland
Slide 7 - Slide
koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij
de voorvoegsels:
anti-, oer-, on- en pro- alleen als er een hoofdletter na komt.
bijvoorbeeld: oer-Hollands
Slide 8 - Slide
koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij
de voorvoegsels:
anti-, oer-, on- en pro- alleen als er een hoofdletter na komt.
bijvoorbeeld: oer-Hollands
Slide 9 - Slide
Het trema
Je gebruikt een trema (puntjes) als je het woord verkeerd kan lezen.
Bij de volgende combinaties van klinkers:
aa, ae, ai, au, ee, ei, eu, oe, oi, oo, ou, ui en uu.
Slide 10 - Slide
Voorbeelden trema:
Azi
ë
patiënt
geëerd
knieën
zeeën
Slide 11 - Slide
Hoe schrijf je: drieentwintig
A
drie-en-twintig
B
drieëntwintig
C
drietwintig
D
drieeentwintig
Slide 12 - Quiz
Hoe schrijf je: beinvloeden
A
be-invloeden
B
beïnvloedden
C
beïnvloeden
D
beinvloeden
Slide 13 - Quiz
Hoe schrijf je: onderzeeer
A
onderzeeeer
B
onderzeeër
C
onder-zeeër
D
onder-zee-er
Slide 14 - Quiz
Hoe schrijf je: geinteresseerd
A
geinteresseerd
B
geïntereseerd
C
ge-interesseerd
D
geïnteresseerd
Slide 15 - Quiz
Hoe schrijf je: autoonderdelen
A
autoonderdelen
B
auto-onderdelen
C
autonderdelen
D
autoönderdelen
Slide 16 - Quiz
Hoe schrijf je: astmaaanval
A
astmaanval
B
astmaáanval
C
astma-aanval
D
stamaanval
Slide 17 - Quiz
Hoe schrijf je: stereoinstallatie
A
stereo-installatie
B
stereoinstalatie
C
stereoïnstalatie
D
stereo-instalatie
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
"Trema en Koppelteken" H5 "Nieuw Nederlands" Klas 2
May 2019
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
koppelteken en weglatingsstreepje
September 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
koppelteken en weglatingsstreepje
September 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
koppelteken en weglatingsstreepje
February 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
koppelteken en weglatingsstreepje
May 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
koppelteken en weglatingsstreepje
September 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
koppelteken en weglatingsstreepje
September 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
koppelteken en weglatingsstreepje
May 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2