Carnavalsquiz achterhoek

1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerBasisschoolMiddelbare schoolPraktijkonderwijsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsMBOHBO

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Zo ja, als wat ga je verkleed?
Of
Heb je andere plannen deze vakantie?

Slide 2 - Open question

Wanneer begint het Carnavalsseizoen?

Slide 3 - Open question

Hoe groet je iemand tijdens carnaval?
A
High Five
B
Hoi
C
Alaaf
D
Hand geven

Slide 4 - Quiz


Hoe heet dit voorwerp?
A
Veer
B
Septer
C
Prinselijke onderscheiding
D
Steek

Slide 5 - Quiz

Wat is het carnavalsgetal?
A
9
B
11
C
13
D
22

Slide 6 - Quiz



Wat is dit?
A
krakeling
B
nonnevot
C
strik
D
donut

Slide 7 - Quiz

Hoe heet de carnavalsvereniging van Maastricht?
A
Flaarisse
B
Marotte
C
Tempeleers
D
Kroekezeikers

Slide 8 - Quiz

Welk nummer is dit?
A
Links Rechts!
B
Vrouwkes
C
De vloer is lava
D
Op en neer (heen en weer)

Slide 9 - Quiz

Waar wordt carnaval in Nederland het meest gevierd?
A
Noord-Nederland
B
Oost-Nederland
C
West-Nederland
D
Zuid-Nederland

Slide 10 - Quiz

Maak de tekst af:
"ut woar uns op 't strand vaan.....
A
Oostenrijk
B
Griekenland
C
Ierland
D
Nederland

Slide 11 - Quiz

Welke Nederlandse plaats noemen ze tijdens carnaval 'Oeteldonk'?
A
Den Bosch
B
Eindhoven
C
Maastricht
D
Nieuw-Wehl

Slide 12 - Quiz

Carnaval wordt alleen in Nederland gevierd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Van welke bekende artiest is het nummer: 'In d'n Hiemel'
A
Snollebollekes
B
Spik en Span
C
Beppie Kraft
D
Marco Schuitmaker

Slide 14 - Quiz

Hoe heet de woensdag na Carnaval?
A
afwoensdag
B
aswoensdag
C
zwarte woensdag
D
heeft geen naam

Slide 15 - Quiz

Fijne Vakantie!

Slide 16 - Slide