HV1E - 12-05-2023 - CH1F

HV1E ~ français ~ vendredi le 12 mai 2023

Bonjour tout le monde!

  • telefoons in telefoontas
  • zitten volgens plattegrond
  • agenda, boek HV1A, pen op tafel

1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

HV1E ~ français ~ vendredi le 12 mai 2023

Bonjour tout le monde!

  • telefoons in telefoontas
  • zitten volgens plattegrond
  • agenda, boek HV1A, pen op tafel

Slide 1 - Slide

HV1E ~ français ~ mardi le 9 mai 2023

Le saviez-vous?

In Frankrijk krijg je cijfers van 1 tot en met 20,
in plaats van 1 tot en met 10 zoals in Nederland.
In Nederland is een 7 een heel goed cijfer,
maar in Frankrijk dus niet!

Slide 2 - Slide

Les objectifs du cours dernier

  • Je kunt iemand begroeten.

  • Je kunt jezelf voorstellen.

  • Je kunt de juiste lidwoorden gebruiken.

    ex. 16 t/m 19



Slide 3 - Slide

Les objectifs du cours

  • Je kunt een tijdschriftartikel over families begrijpen.

  • Je kent woorden die te maken hebben met familie.

Slide 4 - Slide

Devoirs pour le 26-05-2023

  • Faire: ex. 21, 25, 26a (p. 42-45)

  • Apprendre: voca E + F

    Attention: 26 mei SO
    Woordjes hoofdstuk 1, getallen, dagen van de week

Slide 5 - Slide

Le programme

  • Dagen van de week

  • Texte "Les familles en photo"

  • Travailler

Slide 6 - Slide

Les jours de la semaine
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche

Slide 7 - Drag question

Le programme

  • Dagen van de week

  • Texte "Les familles en photo": ex. 24
1. Zelfstandig in stilte - 10 minutes
2. Overleggen / uitwisselen - 3 minuten
3. Nabespreken - 2 minuten

  • Travailler

Slide 8 - Slide

Le programme

  • Dagen van de week

  • Texte "Les familles en photo"

  • Travailler: ex. 25 + 26a
    Fini? Ex. 21

Slide 9 - Slide

Les objectifs du cours

  • Je kunt een tijdschriftartikel over families begrijpen.

  • Je kent woorden die te maken hebben met familie.


Slide 10 - Slide