(maia) Bloeiende Democratie: Jean-Jacques Rousseaus opvattingen

Bloeiende Democratie: Jean-Jacques Rousseaus opvattingen
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bloeiende Democratie: Jean-Jacques Rousseaus opvattingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
- Leerling kan uitleggen en evalueren dat de moderne mens volgens Rousseau tot bloei komt door directe of participatieve democratie.
- Leerling kan uitleggen Rousseaus mensbeeld met het onderscheid tussen zelfliefde en eigenliefde.
- Leerling kan uitleggen Rousseaus opvatting dat de mens zijn natuurlijke vrijheid is verloren, maar deze kan herwinnen als citoyen die zichzelf de wet stelt en de algemene wil volgt.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over Jean-Jacques Rousseaus opvattingen over democratie?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Introductie
- Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) was een invloedrijke filosoof uit de Verlichtingstijd.
- Hij had revolutionaire ideeën over democratie en de rol van de mens daarin.
- In deze les zullen we zijn opvattingen over democratie onderzoeken en evalueren.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Mensbeeld
- Rousseau maakte onderscheid tussen zelfliefde (amour de soi) en eigenliefde (amour-propre).
- Zelfliefde is natuurlijk en gezond, terwijl eigenliefde leidt tot competitie en ongelijkheid.
- Rousseau geloofde dat de moderne mens te veel eigenliefde heeft ontwikkeld.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verlies van Vrijheid
- Rousseau betoogde dat de mens zijn natuurlijke vrijheid heeft verloren door de opkomst van privébezit en sociale ongelijkheid.
- Het idee van eigendom heeft geleid tot concurrentie en onderdrukking.
- Hierdoor is de mens afhankelijk geworden van anderen en heeft hij zijn vrijheid verloren.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Herwinnen van Vrijheid
- Rousseau stelde dat de mens zijn vrijheid kan herwinnen door een actieve deelnemer te zijn in de politiek.
- Als een 'citoyen' moet men zichzelf de wet stellen en de algemene wil volgen.
- Dit betekent dat individuele belangen ondergeschikt worden gemaakt aan het algemeen belang.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Directe Democratie
- Rousseau pleitte voor directe democratie, waarin het volk direct betrokken is bij het nemen van beslissingen.
- Hij was geen voorstander van representatieve democratie, waarin het volk vertegenwoordigers kiest.
- Directe democratie zorgt volgens Rousseau voor meer betrokkenheid en vrijheid.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld in de Politieke Realiteit
- Een voorbeeld van Rousseaus opvattingen in de politieke realiteit is de Zwitserse directe democratie.
- Zwitserland heeft een politiek systeem waarin burgers direct kunnen stemmen over wetten en beleid.
- Dit geeft de burgers meer invloed en zorgt voor een sterke betrokkenheid bij de politiek.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
- Wat zijn de belangrijkste opvattingen van Rousseau over democratie?
- Hoe ziet Rousseaus mensbeeld eruit en hoe beïnvloedt dit zijn opvattingen over democratie?
- Wat kunnen we leren van Rousseaus ideeën in de context van moderne democratieën?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
- Onderzoek een politiek systeem in de wereld dat een vorm van directe democratie toepast.
- Beschrijf hoe dit systeem werkt en welke voordelen het volgens Rousseau zou hebben.
- Vergelijk dit systeem met het representatieve democratische systeem in Nederland.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bronnen
- Rousseau, J.J. (1762). Du Contrat Social ou Principes du droit politique.
- Stanford Encyclopedia of Philosophy. (s.d.). Jean-Jacques Rousseau. Geraadpleegd op 10 maart 2022, van https://plato.stanford.edu/entries/rousseau/

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.