Les 3 - V5 - 90 min - contexto histórico

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Vas a ver un vídeo en español

Después de ver el vídeo tienes que contestar a estas dos preguntas:

1. ¿Por qué habéis visto este vídeo?

2. ¿Qué has visto en el vídeo?

Has visto el vídeo en español

Contesta a estas dos preguntas en holandés o español:

1. ¿Por qué habéis visto este vídeo?

2. ¿Qué has visto en el vídeo?

Los objetivos de hoy son:

1. saber qué son los requisitos para el guión.

2. escribir el guión sobre el contexto histórico de tu obra

La clase anterior

Laat jullie script lezen door een ander groepje.

Je geeft feedback op het script van een ander groepje.

1. Staat alles er in?

2. Is het te begrijpen waar het over gaat?

3. Moet er nog iets meer uitgewerkt worden?

4. Zet de feedback op de volgende slide

      in lessonup

Los deberes para hoy

Lezen paragraaf/hoofdstuk Contexto histórico

Maken de bijbehorende opdrachten

Tip: kijk de film

Corregir los ejercicios

Vergelijk in je groepje de antwoorden van de oefeningen over de historische context met elkaar. 

Bij twijfel vraag je docent

Wat zijn de belangrijkste eisen van een goed script? Schrijf minstens 3 dingen op

Planning

Contenido guión

Kies 3 historische gebeurtenissen om te verfilmen (geen geboorte of sterfte)

Overleg met je groep hoe je dit in beeld gaat brengen.

Jullie moeten zelf een rol spelen in deze verfilming

Waar ga je dit filmen?

Hoe ga je dit filmen?

Wat trekken jullie aan?

Zet dit alles in je script

Schrijf ook de gesproken tekst / de dialogen

Verdeel de taken: zie volgende slide

Contenido guión

Kies 3 historische gebeurtenissen om te verfilmen (geen geboorte of sterfte)

Overleg met je groep hoe je dit in beeld gaat brengen.

Jullie moeten zelf een rol spelen in deze verfilming

Waar ga je dit filmen?

Hoe ga je dit filmen?

Wat trekken jullie aan?

Zet dit alles in je script

Schrijf ook de gesproken tekst / de dialogen

Evaluatie

Escribe en el post it:

1. wat heb je geleerd van wat je vandaag hebt gedaan?

2. Wat vond je makkelijk van je taak?

3. Wat vond je moeilijk?

4. Wat ga je de volgende les anders doen?