H6 Breuken en procenten

Doelen

- Je kunt zeggen welke breuk ergens bij hoort
- Je kunt gelijke delen berekenen
- Je kunt een deel van iets berekenen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Doelen

- Je kunt zeggen welke breuk ergens bij hoort
- Je kunt gelijke delen berekenen
- Je kunt een deel van iets berekenen

Slide 1 - Slide

Huiswerk nakijken

H 9.1
opgaven 16, 17b, 20b, 21b, 22b, 24, 25, 27


Slide 2 - Slide

Terugblik
  • Ik kan een deel van een geheel uitrekenen (¾ x 28)in een kale som.
  •  Ik kan een deel van een geheel uitrekenen (¾ x 28) in een contextsom.
  • Ik kan met breuken rekenen op een rekenmachine (plus-, min-, keer-, deelsommen en breuken omzetten in een decimaal getal).
  • Ik ken de begrippen teller, breukstreep, deelstreep en noemer.
  • Ik kan breuken vereenvoudigen.
  • Ik kan gelijknamige breuken optellen en aftrekken.
  • Ik kan helen uit een breuk halen.

Slide 3 - Slide

Aan het eind van de les:
  • Ik kan uitspraken die met breuken en procenten te maken hebben verklaren. 
  • Ik ken de meest voorkomende breuken met hun percentages en decimale getallen en omgekeerd uit mijn hoofd. 
  • Ik kan een breuk omrekenen naar procenten en omgekeerd. 
  • Ik kan uitrekenen hoeveel de euro de korting is van een voorwerp, wanneer het percentage is gegeven.

Slide 4 - Slide

Opgave 33 (blz. 155)











aantal
240









aantal







Slide 5 - Slide

Antwoord opgave 33
Antwoord opgave 33

Slide 6 - Slide

Blz. 155

Slide 7 - Slide

Blz. 156

Slide 8 - Slide

Blz. 156
Blz. 156

Slide 9 - Slide

Blz. 156
Blz. 156

Slide 10 - Slide

Opgave 4 (blz. 147)











aantal
240









aantal







Opgave 35 (Blz. 156)

Slide 11 - Slide

Opgave 4 (blz. 147)











aantal
240









aantal







Antwoordopgave 35 (Blz. 156)

Slide 12 - Slide

Blz. 156
Blz. 158

Slide 13 - Slide

Blz. 156
Blz. 158

Slide 14 - Slide

Opgave 40 (blz. 159)











aantal
240









aantal







Slide 15 - Slide

Antwoord opgave 40

Slide 16 - Slide

Aan het eind van de les:
  • Ik kan uitspraken die met breuken en procenten te maken hebben verklaren. 
  • Ik ken de meest voorkomende breuken met hun percentages en decimale getallen en omgekeerd uit mijn hoofd. 
  • Ik kan een breuk omrekenen naar procenten en omgekeerd. 
  • Ik kan uitrekenen hoeveel de euro de korting is van een voorwerp, wanneer het percentage is gegeven.

Slide 17 - Slide

Huiswerk



H 9.2

opgaven 36, 37, 38, 39, 41, 42



Slide 18 - Slide