Brief schrijven

Hoe schrijf je een brief?
(in het Nederlands...)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoe schrijf je een brief?
(in het Nederlands...)

Slide 1 - Slide

Brief vs Email

Slide 2 - Open question

3 elementen
Aanhef
Inhoud
Afsluiting

Slide 3 - Slide

Aanhef
Lieve + voornaam
Beste + voornaam
Beste + mevr./dhr Achternaam
Geachte + mevr./dhr Achternaam

Slide 4 - Slide

Inhoud 
- Gebruik alinea's
- Let op je taalgebruik --> formeel of informeel?
- Vertel/beschrijf EN stel vragen 

Slide 5 - Slide

Afsluiting
(Veel) Liefs + je eigen voornaam
Groeten/groetjes + je eigen voornaam (achternaam mag)
Met vriendelijke groet(en) + eigen voor- en achternaam

Slide 6 - Slide

Brief aan je oma
A
Lieve oma
B
Geachte mevr. Oma
C
Beste oma
D
Geachte heer/mevrouw

Slide 7 - Quiz

Je schrijft een email aan je tennisleraar
A
Veel liefs, Saga
B
Hartelijke groet, Ocean
C
Met vriendelijke groeten, mevr. Vermeulen
D
Groetjes, Kaj

Slide 8 - Quiz

Je schrijft een email aan je broer, die door Australië reist:
A
Veel liefs, Patrick
B
Hartelijke groet, Constance
C
Met vriendelijke groet, Luca
D
Groetjes, Amit

Slide 9 - Quiz

Brief van een soldaat

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Aanhef

Inhoud
Afsluiting
Liefs, jullie zoon Jannes
Ik ben blij dat ik een brief kan schrijven. Het is niet leuk hier. Ik heb het altijd koud. Mijn vrienden zijn dood of gewond. 
Het lawaai maakt me gek. Altijd geluid van kanonnen en mensen die gillen. Het is vreselijk om te horen. 
Hoe gaat het met jullie? Ik hoop dat de oorlog snel voorbij is en ik naar huis kan!
Lieve papa, mama en zus,

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Link

Slide 14 - Video

Lezen: artikel '75 jaar bevrijding'
Lees en bespreek het artikel met je groepje. 
Beantwoord de vragen. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Schrijf nu zelf een brief!

Slide 17 - Slide

Optie A:

Schrijf een brief aan een soldaat. 
Vertel over je eigen leven, beschrijf je school, je dag. Noem 3 positieve dingen en 1 negatief. 
Vraag naar zijn/haar leven - gebruik minstens 3 vraagwoorden. 

Denk aan een correcte aanhef en afsluiting. 
Optie B:

Schrijf een brief als soldaat, aan je vrienden. 
Vertel over je leven aan het front, beschrijf je dag en je gevoelens. Noem 3 negatieve dingen en 2 positief. 
Vraag naar het leven van je vrienden - gebruik minstens 3 vraagwoorden. 

Denk aan een correcte aanhef en afsluiting. 

Slide 18 - Slide